Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 15447]
Dienst/afdeling: JZ
het bestemmingsplan Princenhage, en wel aan de noordzijde van de ontwikkelingslocatie, dus
derhalve aan de zuidzijde van de verlegde Ettensebaan.
Gezien het bovenstaande wil zij duidelijkheid over welke bestemming er nu geldt, waar bebouwing
precies gepland is, wat de omvang van de bouwblokken is en welke bouwvoorschriften van
toepassing zijn
Beoordeling
In het bestemmingsplan is opgenomen de bestemming "Gemengde doeleinden GD". Binnen deze
bestemming zijn volgens de voorschriften van artikel 6, lid I (doeleindenomschrijving) sub a
woondoeleinden rechtstreeks toegelaten.
Vervolgens is in de voorschriften een onderscheid gemaakt voor GD I, GDII en GDIII. De voorschriften
geven duidelijk aan welke functies binnen de op de plankaart aangegeven aanduidingen toelaatbaar
zijn.
Voor de aanduiding "GD III" is duidelijk aangegeven dat alle toegelaten functies, behalve woon
doeleinden. mogelijk zijn. De bestemming "GD III" is gegeven aan het terrein gelegen aan de A16-
Graaf Engelbertlaan in het zuidoostelijk deel van het plangebied, alsmede aan 2 locaties aan de
oostelijke kant van de Ettensebaan.
Verwarring kan zijn ontstaan doordat de 2 locaties aan de oostzijde van de Ettensebaan op de
plankaart per abuis de aanduiding GD (II) hebben gekregen, terwijl dit moet zijn GD (III). Dit zal op de
plankaart aangepast worden.
De voorschriften en de toelichting laten overigens geen onduidelijkheid bestaan binnen welk gedeelte
van de bestemming "Gemengde doeleinden" al dan niet een woonfunctie is toegelaten.
Het perceel is gelegen binnen het bestemmingsplan "Heilaar 1971" en heeft hierin de bestemming
"Benzinestation, klasse VB". Gezien de beperkte bouwvoorschriften behoort ter plaatse het realiseren
van een motorbrandstoffenverkooppunt, welke kan voldoen aan de eisen die daar tegenwoordig aan
worden gesteld, niet meer tot de mogelijkheden, evenmin als het verkrijgen van een milieuvergunning.
Daarnaast is van belang dat in ons beleid, neergelegd in de "Beleidsnota Motorbrandstoffen-
verkooppunten 1996" is geconstateerd dat een hernieuwde inbedrijfsstelling gezien de vraag- en
aanbodsituatie in strijd is met dit beleid. Het opnemen van de, beperkte, voorschriften uit het
vigerende bestemmingsplan Heilaar 1971 heeft derhalve geen nut.
Voorts is van belang, zoals reclamant zelf aangeeft, dat ook vanuit privaatrechtelijke invalshoek de
exploitatie van het motorbrandstoffenverkooppunt niet meer tot de mogelijkheden behoort.
Op grond van bovenstaande overwegingen dient de zienswijze derhalve ongegrond verklaard te
worden.
34. J.C. van den Broek
Samenvatting
Reclamant maakt bezwaar tegen de omvang van ontwikkelingslocatie 6, voorzover dit is gelegen aan
de westzijde. Hij is eigenaar van het pand "Mariahoeve" dat gezien de bijzonderheid ervan, niet
rechtvaardigt dat aan de achterzijde bebouwing wordt gerealiseerd. Bij de reconstructie van de
Liesboslaan zou ook met het pand rekening gehouden moeten worden zodanig dat er een voortuin bij
het pand ontstaat. Op dit moment is het zo dat, sinds de aanleg van de Ettensebaan, de deuren van
de serre aan de voorzijde naar buiten toe opendraaien over het trottoir.
Beoordeling
De achterzijde van reclamants perceel grenst aan de ontwikkelingslocatie 6 en, ondanks de
bijzonderheid van het pand "Mariahoeve" is, is het niet gebruikelijk achterzijde van woningen
uitdrukkelijk zichtbaar te maken.
Echter vanwege de ruimtelijke kwaliteit van het gebied zal het bouwvlak binnen de ontwikkelings
locatie 6 toch met circa 10 meter verkleind worden.
De Ettensebaan is een stedelijk as in het gehele stelsel van wegen en bebouwing aan deze zijde met
de daarbij behorende bouwhoogten is van een andere orde dan de dorpse maat en schaal behorend
bij bebouwing aan de Liesboslaan, reden waarom aan de zijde van de Ettensebaan een andere
hoogte gerealiseerd mag worden dan aan de Liesboslaan.
-7-