Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 15447] Dienst/afdeling: JZ Tenslotte stellen reclamanten dat niet is voorzien in een uitbreiding van de parkeermogelijkheden hetgeen reclamant benadeelt aangezien beide supermarkten van hetzelfde parkeerterrein gebruik maken. Beoordeling Reclamanten vergelijken in hun zienswijze de omvang van de supermarkten in de diverse Bredase buurten en komen tot de conclusie dat door de voorgenomen uitbreiding van Super De Boer in Princenhage een overschot aan vierkante meters supermarkt gaat ontstaan. Wij zijn echter van mening dat een dergelijke vergelijking niet toepasbaar is. Op de eerste plaats omdat de verschillende buurten niet vergelijkbaar zijn in bevolkingssamenstelling en omdat de relaties met de omliggende buurten en supermarken in ruimtelijk/economisch opzicht anders zijn. Ten tweede is de functie van het winkelcentrum van Princenhage een wezenlijk andere omdat dit winkelcentrum een bovenbuurtse functie heeft voor o.a. het landelijk gebied Effen/De Rith en de omliggende buurten zonder winkelcentra, zoals Haagpoort en Westerpark. Uit onderzoek is dan ook gebleken dat er hierdoor in Princenhage plaats is voor twee min of meer gelijkwaardige supermarkten. Voor wat betreft de doelstelling van de raad voor het winkelcentrum aan het Dr. Struyckenplein, gelegen in de wijk Heuvel, is uit onderzoek vastgesteld dat tegen de achtergrond van het functioneren van de supermarkten in Princenhage plaats is voor een supermarkt op het Dr. Struyckenplein. De voorgenomen uitbreiding van Super De Boer strijdt niet met de doelstelling van het realiseren van een winkelcentrum met trekkersfunctie op het Dr. Struyckenplein. Reclamanten verwijzen naar de in 1982 gesloten overeenkomst tussen de gemeente, Almas (nu Super de Boer/Laurus) en Primarkt (nu Ahold) waarin gesproken wordt over "gelijkwaardigheid" van de twee te realiseren supermarkten. De Primarkt heeft mogelijkheden om een supermarkt te exploiteren tot een oppervlakte van circa 1500 m2. en van gelijkwaardigheid zou sprake zijn sprake als ook Super de Boer uitbreidingsmogelijkheden krijgt. Naar onze mening is er dan ook geen sprake van strijdigheid met de genoemde overeenkomst. Voorts is er om bovengenoemde redenen dan ook geen aanleiding tot het houden van een distributie- planologisch onderzoek. De uitbreiding van de supermarkt houdt in dat ook de parkeercapaciteit vergroot dient te worden, alsmede dienen de te vervallen parkeerplaatsen ter plaatse van de voorgenomen uitbreiding gecompenseerd te worden. Als randvoorwaarde bij de ontwikkelingslocatie is opgenomen dat het parkeren (en het lossen) op het terrein van de ontwikkelingslocatie dient te geschieden en bij de beoordeling van het concrete bouwplan zal dit aangegeven dienen te zijn. De parkeerplaatsen dienen op of aansluitend aan het bestaande parkeerterrein, binnen de aangegeven locatie, te worden gerealiseerd en een oplossing zou in principe gevonden kunnen worden door het bestaande parkeerterrein opnieuw in te richten. Gezien bovengenoemde overwegingen achten wij de zienswijze voorzover deze betreft het aantal parkeerplaatsen gegrond en voor het overige ongegrond. 38. E.C. Stenzier Samenvatting Reclamant heeft destijds perceel Nieuwe Heilaarstraat 33 gekocht en hem was uit navraag gebleken dat geen wijzigingen in procedures plaats zouden vinden. Op basis van deze informatie is o.a. de koopprijs van het perceel en de woning bepaald. Reclamant wordt nu geconfronteerd met ontwikkelingslocatie 9 en de daarin gegeven uitbreidingsmogelijkheden, waardoor hij zegt schade te lijden. Reclamant constateert verschillen in de aangegeven toegestane hoogten zoals deze voorkomen in de toelichting en de voorschriften. Voorts vraagt reclamant naar de samenhang van het bestemmingsplan en de herinrichting van de Haagse Markt, naar de parkeernormen, naar hoe de voor- en achterzijde van de bebouwing bepaald wordt, wat bedoeld wordt met "eigen terrein". Tenslotte heeft reclamant nog opmerkingen over inspraakverslag zoals dat aan een ieder bij brief van 19 februari j.l. is toegezonden, o.a. of de inspraakreacties door een onafhankelijk bureau zijn getoetst, -9-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2001 | | pagina 491