Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 15447] Dienst/afdeling: JZ binnen de op de plankaart aangegeven bouwgrenzen. Reclamant verzoekt dan ook aanpassing van de bouwgrens. Beoordeling Het voorgenomen bouwplan met een hoogte onder de 30 meter past inderdaad niet binnen de nu op de plankaart opgenomen bouwgrens en deze bouwgrens zal aangepast worden. De zienswijze achten wij derhalve gegrond. 62. Stichting Vrienden van Molen Vrede en Hoop Samenvatting Reclamant maakt bezwaar tegen de voorgenomen hoogte van 40 meter voor Huize Haga in ontwikkelingslocatie 11omdat deze hoogte een bedreiging vormt voor het rijksmonument, nl. de romp van stellingmolen Vrede en Hoop. Nergens blijkt dat rekening is gehouden met de wettelijk verplichte molenbiotoop. Dit betekent dat binnen een straal van 100 meter geen bebouwing mag komen, die hoger is dan de stelling van de molen, hetgeen in dit geval ongeveer 20 meter is. Buiten de de genoemde 100 meter mag de hoogte van de bebouwing oplopen in de verhouding 1:30, dus ongeveer 3 meter op 100 meter. De maximale hoogte van de bebouwing moet op grond van deze berekening aanzienlijk lager uitkomen dan de nu voorziene 40 meter. Nieuwe bebouwing met een aanzienlijke hoogte veroorzaakt een belemmering van zowel toestromende wind als ook van windafvoer vanuit het zuidwesten. De wind uit het zuidwesten en uit het noordoosten zijn in Nederland de meest voorkomende windrichtingen. Ook veroorzaken obstakels turbulentie, zowel in het horizontale als in het verticale vlak. Samenvattend zegt reclamant dat in de monumentenregelgeving rekening gehouden wordt met een ongehinderde windvang en de voorgenomen hoogte bij Huize Haga kan dit ernstig belemmeren. Voorts maakt reclamant bezwaar tegen de in de toelichting opgenomen passage dat de nieuwe woontoren van Huize Hage een belangrijk markeringspunt voor de toegang van Princenhage vormt, aangezien deze toegang reeds wordt gemarkeerd door de molen Vrede en hoop en de kerk van Sint Martinus. Niet is in regelgeving vastgelegd dat er een wettelijk recht op een molenbiotoop bestaat, wel dat dit als een beschermingsmaatregel in een bestemmingsplan opgenomen kan worden. Het is een keuze van de gemeenteraad om hiertoe bij het bestemmingsplan te besluiten. In het onderhavige plan is hiertoe niet besloten vanwege het feit dat de molen reeds is aangemerkt als Rijksmonument en gezien de ligging van de molen en de bestaande bebouwing in de omgeving. De Monumentenwet overigens geeft beschermingsmaatregelen voor de molen als gebouw en voorziet niet in een regeling met betrekking tot de molenbiotoop en de inrichting van de directe omgeving van de molen. Bij een molenbiotoop gaat het om de vrije windvang, welke niet gehinderd mag worden door het oprichten van hoge bebouwing (obstakels) en om de belevingswaarde van de molen in zijn omgeving. Reclamant geeft aan dat de voorgenomen bouwhoogte bij Huize Haga van maximaal 40 meter inbreuk maakt op de windvang en dat daardoor negatieve invloed ontstaat op de werking van de molen. Zoals reclamant zelf aangeeft zal er binnen een straal van 100 meter geen bebouwing mogen komen die hoger is dan de stelling van de molen, zijnde ongeveer 20 meter; elke 100 meter meer rechtvaardigt een 3 meter hogere bebouwing. Op grond van deze berekening komen wij tot een te realiseren bebouwing van Huize Haga (gelegen op 350 meter afstand van de molen) van circa 28 meter. Zoals reeds is gesteld bij eerdere zienswijzen verlagen wij de hoogte binnen de ontwikkelingslocatie 11 tot maximaal 30 meter, gezien het feit dat tussen partijen overeenstemming is over de nieuwbouw Beoordeling -17-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2001 | | pagina 499