Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 15447] Dienst/afdeling: JZ beslissingsbevoegheid bij een artikel 11 WRO-procedure is voorbehouden aanhet college van burgemeester en wethouders, terwijl een procedure op grond van artikel 19, lid 1 WRO aan de raad voorbehouden kan worden. Als basisuitgangspunt voor planvorming zullen de nu in de wijzigingsbevoegdheid opgenomen randvoorwaarden de leidraad vormen voor de nieuw te ontwikkelen woonviek, doch concreet zal bij de op te stellen "goede ruimtelijke onderbouwing" voor deze locatie de exacte randvoorwaarden bekend gemaakt worden. Samenvattend is gekozen voor een andere procedure, nl. de artikel 19, lid 1 WRO-procedure in plaats van de procedure van artikel 11 WRO (de wijzigingsbevoegdheid) echter om uiteindelijk hetzelfde te bereiken en met dezelfde uitgangspunten als basis. Gezien de bovenstaande overwegingen achten wij de zienswijze gegrond. 68. C.M. van Oosterhout Samenvatting Reclamant is eigenaar van het perceel Haagweg 275/277 en mede-eigenaar van het binnenterrein aan de Haagweg. In het verleden zijn gronden verkocht aan Bax Makelaardij, waarbij het de intentie was om een aantal woningen te bouwen. Samenwerking met WonenBreda was voorhanden om tot een evenwichtig ontwerp te komen. In het voorontwerp-bestemmingsplan behoorde een en ander tot de mogelijkheden. In het ontwerp-bestemmingsplan is echter verandering opgenomen waardoor de ontwikkelings mogelijkheden zijn beperkt. Reclamant verzoekt dan ook een herontwikkeling van het gebied mogelijk te maken, zoals dit in samenwerking met Bax Makelaardij en WonenBreda wordt voorgestaan. Beoordeling Zoals reeds bij reclamant 67 is aangegeven zal de wijzigingsbevoegdheid bij de bestemming "Rv" en "W" van de plankaart en uit de voorschriften verwijderd worden en zal te zijner tijd middels een artikel 19, lid 1 WRO procedure de locatie als toekomstige woonlocatie ingevuld worden. Gezien het bovenstaande achten wij de zienswijze gegrond. 69. Monumentenwerkgroep Princenhage Samenvatting De werkgroep zet zich in voor het behoud van het cultureel-historisch efgoed en vanuit dat perspectief pleit zij voor behoud van de maycretewoningen aan de Sint Maartenstraat en vraagt zich af of de bestaande maycretewoningen niet ingepast kunnen worden in de nieuwe ontwikkelingen. Voorts maakt de werkgroep bezwaar tegen de mogelijke bouw van 3 villa's, zoals is opgenomen in ontwikkelingslocatie 1 en vindt dat de bestaande mooie groenplek bij de boerderij behouden dient te blijven. Beoordeling De maycretewoningen zijn eigendom van de woningbouwvereniging WonenBreda en het is een recht van een eigenaar, en dus van ook een woningbouwvereniging, om eigen bezit te slopen en te vervangen binnen de bestaande regelgeving. De maycretewoningen zijn niet opgenomen als rijks- of gemeentelijk monument en bezitten derhalve geen bijzondere status. Ook het opnemen van deze woningen als een "ensemble" geeft geen extra bescherming aan deze woningen. De Rijksdienst voor de Monumentenzorg heeft, naar aanleiding van een concrete vraag, gesteld dat de woningen hoofdzakelijk een lokaal belang hebben en zij hebben geen aanleiding gezien de woningen op de Monumentenlijst te plaatsen. Derhalve heeft het Rijk ook geen prioriteit gegeven aan bescherming van deze woningen. Of de woningen ingepast kunnen worden in nieuwbouwplannen is, zoals reeds gezegd, een zaak van de eigenaar van de woningen. Vooralsnog kiest de eigenaar hier niet voor, hetgeen waarschijnlijk -21-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2001 | | pagina 503