Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 15447] Dienst/afdeling: JZ Reclamants perceel was opgenomen in het vigerende bestemmingsplan "Heuvel, Laan van Mertersem e.o.". De vigerende rechten zullen in dit bestemmingsplan, zijnde wonen en detailhandel, zullen opgenomen worden, deze passen in de karakteristiek van de Haagweg en zullen voorts, gezien de omvang van het pand, kleinschalig blijven. Op het perceel zal de bestemming "Gemengde doeleinden (I)". Binnen deze bestemming krijgt reclamant zelfs voor het gebruik op de begane grond veel meer mogelijkheden dat de vigerende bestemming toeliet. Hoewel in het vigerende plan ook horeca tot de mogelijkheden behoorde, is ter plaatse geen horeca- activiteit aanwezig geweest. Een eventuele toekomstige horeca moet passen in het inmiddels vastgestelde horecabeleidsplan. Mocht reclamant deze functie willen en verzet het horecabeleidsplan zich hier niet tegen, dan kan altijd middels de procedure van artikel 19, lid 3 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening deze functie gerealiseerd worden. Gezien bovenstaande overwegingen achten wij de zienswijze gegrond. 80. J. den Engelsen Samenvatting In de directe omgeving van reclamants woning aan de Haagweg 388 worden grote tuinen opgesplitst voor woningbouw terwijl deze grote tuinen juist als karakteristieke waardevolle open ruimten bestemd zouden moeten worden, zoals dit aangegeven wordt op plankaart 2. Reclamant vindt dat de grote tuinen bij de Haagweg 358, 366, 386 en 390 ook de bestemming "karakteristiek waardevolle open ruimte" dienen te krijgen, om te voorkomen dat hier woningbouw kan gaan plaatsvinden. Beoordeling De woningen die zijn gerealiseerd in de tuinen aan enkele panden van de Haagweg zijn gerealiseerd op grond van de mogelijkheden uit de vigerende bestemmingsplannen ter plaatse. De regelgeving uit het bestemmingsplan Princenhage maakt het niet meer mogelijk in de achtertuinen van deze percelen woningbouw te realiseren, aangezien woningbouw binnen de bestemming "Woondoeleinden" slechts wordt toegelaten op dié locaties die als ontwikkelingslocatie binnen de planvoorschriften en op plankaart zijn opgenomen. Gezien bovenstaande overwegingen achten wij de zienswijze derhalve ongegrond. 81 .Vast Goed Bond B.V./Visrokerij Bond Samenvatting Reclamant maakt bezwaar tegen de opgenomen wijzigingsbevoegdheid voor het perceel gelegen aan de Esserstraat binnen de bestemming "Bedrijfsdoeleinden B". Reclamant gaat haar bedrijfsactiviteiten verplaatsen naar een andere locatie en invulling met woningbouw op de huidige locatie kan dan gerealiseerd worden. Reclamant wenst de huidige bestemming "bedrijfsdoeleinden te handhaven, zodat na de verplaatsing middels een artikel 19 WRO-procedure een woningbouwplan ontwikkeld kan worden. Het omzetten van het terrein naar woningbouw via de wijzigingsbevoegdheid leidt tot een procedureel te lange periode. Beoordeling Het gebruikmaken van de wijzigingsbevoegdheid op grond van artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening kan pas geschieden nadat het bestemmingsplan Princenhage onherroepelijk is geworden; dit betekent dat de procedure eventueel tot en met de besluitvorming van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State afgerond moet zijn hetgeen enkele jaren in beslag kan nemen. Gezien de recente ontwikkeling van verplaatsing van reclamants activiteiten en de voorgestane nieuwe ontwikkelingen zal de wijzigingsbevoegdheid voor deze locatie verdwijnen. Voor een procedurele overweging verwijzen wij naar het gestelde onder zienswijze 68. De huidige bedrijfsactiviteiten zullen opgenomen worden en de locatie zal in de toelichting aangeduid worden als een locatie die in de toekomst wellicht via een artikel 19, lid 1 WRO-procedure ontwikkeld zal worden. -24-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2001 | | pagina 506