Artikel 8.1.1 Sloopvergunning
a. Onder het opschrift "Lid 3" wordt in de laatste zin het woord: "afvoeren"
vervangen door de woorden: "houden tot de afvoer";
b. Onder het opschrift "Lid 4" wordt in de zin, beginnende met: "De tweede zin
verplicht" het woord "afvoeren" vervangen door de woorden: "afzonderlijk gereed
maken voor de afvoer van het sloopproject";
c. Onder het opschrift "Vooronderzoek" komt de tweede volzin van het derde
gedachtestreepje te luiden: "Op grond van het Asbestverwijderingsbesluit geldt
in het algemeen een onderzoeksplicht naar de aanwezigheid van asbest door een
deskundig, dat wil zeggen daartoe gecertificeerd bedrijf.";
d. Na de tekst van "Lid 5" wordt toegevoegd:
"Lid 6
Van het verbod, genoemd in het vijfde lid, kan ontheffing worden verleend. In
de praktijk bestaat behoefte aan deze mogelijkheid, bijvoorbeeld indien het
sloopafval ter plaatse kan worden hergebruikt. Van deze ontheffingsmogelijkheid
zal zeer terughoudend gebruik worden gemaakt. In de eerste plaats moet worden
gekeken naar de doelmatigheid. Er kan sprake zijn van doelmatigheid indien het
verwerkte sloopafval ter plaatse kan worden hergebruikt. Het vervoeren van het
verwerkte sloopafval naar elders is als regel niet doelmatig. Daarnaast is het
van belang dat door de verwerking geen overlast voor omwonenden wordt
veroorzaakt. Deze overlast bestaat niet zo zeer uit geluidsoverlast, maar met
name moet worden gedacht aan overlast die wordt veroorzaakt door vrijkomend
stof. Dit houdt onder meer in dat als regel geen ontheffing wordt verleend
indien er sprake is van een locatie, gelegen binnen een woongebied. Daarnaast
kunnen aan de ontheffing voorschriften worden verbonden. Deze voorschriften
hebben bijvoorbeeld betrekking op het voorkomen van geluidsoverlast, overlast
ten gevolge van stof enz."
9Artikel 8.1.2 Aanvraag sloopvergunning
De tekst onder het opschrift "Lid 2" komt als volgt te luiden: "Een
sloopveiligheidsplan als bedoeld onder letter i van het tweede lid is te vergelijken
met een bouwveiligheidsplan als bedoeld in artikel 2.1.6 en is slechts nodig in
enkele risicovolle sloopprojecten. Een dergelijk plan behoort zeker niet tot de
standaardbescheiden bij een sloopvergunning. In een overleg voorafgaande aan het
indienen van een aanvraag kan blijken of een dergelijk plan nodig is. De zinsnede
"en voorts, indien van toepassing" duidt erop dat slechts indien door of namens
burgemeester en wethouders het opstellen van een sloopveiligheidsplan van toepassing
is verklaard, aan deze plicht behoeft te worden voldaan."
10. Paragraaf 2 Sloopmelding
Het opschrift "Paragraaf 2 Sloopmelding" wordt gewijzigd in: "Paragraaf 2
Uitzonderingen op het vereiste van sloopvergunning"
11. Artikel 8.2.2 Overige uitzonderingen op het vereiste van sloopvergunning
Na artikel 8.2.1 wordt een nieuw artikel 8.2.2 ingevoegd, luidende:
"Artikel 8.2.2 Overige uitzonderingen op het vereiste van sloopvergunning
Algemeen
In het onderhavige artikel is bepaald, voor welke asbestverwijderingswerkzaamheden
in bouwwerken vooraf geen sloopvergunning (of andersoortige toestemming) aan
burgemeester en wethouders behoeft te worden gevraagd en welke
asbestverwijderingswerkzaamheden derhalve niet behoeven plaats te vinden door een
deskundig asbestverwijderingsbedrijf
Dit artikel geldt niet voor buizen van gas-, water- en rioolleidingen in bouwwerken.
Bij het verwijderen van gas-, water- en rioolleidingen in bouwwerken is geen sprake
van routinematige werkzaamheden met een beheersbaar risico. Voor de motivering
daarvan, zie paragraaf 5 van het Algemene deel van de Nota van Toelichting bij de
wijziging van 6 maart 1998 van het Asbestverwijderingsbesluit. Het verwijderen van
gas-, water- en rioolbuizen in bouwwerken moet derhalve wel plaatsvinden door een
deskundig asbestverwijderingsbedrijf
6