Gemeente Breda Registratienr: 15001] RaadsvoorstelDienst/afdeling: BRB Communicatie Het huidig beheer is deels uniform planmatig, deels ad hoe reagerend van aard. Door het uniforme beheer wordt niet optimaal ingespeeld op de verscheidenheid van centrumgebieden. Daarnaast komt het beheer door de toenemende vervuiling, zeker als sprake is van een verouderde inrichting, steeds meer onder druk te staan. Beheerproblemen die zich in centrumgebieden voordoen hebben betrekking op de hoge vervuilingsgraad, de geringe of slecht onderhouden groenvoorzieningen, de verkeersdrukte en de geringe parkeergelegenheid. Meer specifiek worden voor de categorieën centrumgebieden de volgende knelpunten genoemd: de sociale onveiligheid, overlast en sfeerloosheid van sommige buurtwinkelcentra, de bereikbaarheidsproblematiek van de historische kernen en de bestrating van met name de inlopers. Beheerstrateaie De verscheidenheid in functie, gebruik en knelpunten vraagt om maatwerk van beheer en onderhoud. Het beheer dient verder hoogwaardig en intensief te zijn, bedrijfsmatig van opzet en flexibel in te spelen op wensen en verzoeken van gebruikers. In het onderstaand schema is de beheerstrategie samengevat. Van functies en kenmerken naar beheerniveau Categorie centrumgebied Functies Kenmerken Beheerniveau 1 Wijkwinkelcentra (aantal: 4) Sterke winkelfunctie Zeer intensief gebruik Sociale ontmoetingsfunctie Intensief Buurtwinkelcentra (aantal: 12) Winkelfunctie Kort, doelgericht verblijf Regulier Dorpskernen (aantal: 5) Winkelfunctie Sociale ontmoetingsfunctie Dorpskarakter Kleinschaligheid Intensief Historische kernen (aantal: 2) Sociale ontmoetingsfunctie Culturele functie Representativiteit Cultuurhistorisch karakter Intensief Inlopers (aantal: 5) Winkelfunctie Sociale ontmoetingsfunctie Doorstroom- en entreefunctie Representativiteit Intensief gebruik Intensief 'Verdere differentiatie vindt plaats door binnen een beheerniveau (regulier of intensief) accentverschillen aan te brengen in het schoon, heel, veilig en bruikbaar. Deze differentiatie binnen een beheerniveau zal in samenspraak met ondernemers en belanghebbenden in jaarprogramma's vorm moeten krijgen. Samenwerking Ondernemers hechten steeds meer waarde aan een representatieve omgeving, wat tot uitdrukking komt in de toenemende bereidwilligheid om medeverantwoordelijkheid voor (het beheer van) de buitenruimte op zich te nemen. Het aangaan van deze vormen van samenwerking verdient bij de uitwerking per centrumgebied expliciet aandacht. Bij het opstellen van het gebiedstypeplan is overleg gevoerd met interne en externe belanghebbenden. De gemeentelijke inbreng werd verzorgd door medewerkers van de diensten RME (ruimtelijke ordening en economische zaken) en Stadsbeheer (beleid, beheer en programmering). De externe inbreng is op twee wijzen tot stand gekomen. In de eerste plaats zijn enquêtes verstuurd naar alle dorps- en wijkraden en winkeliersverenigingen. Op die manier is een zo volledig mogelijk beeld van de knelpunten en wensen verkregen. In de tweede plaats is tijdens de planontwikkeling overleg gevoerd met koepelorganisaties (Stichting Centrummanagement, Contactcommissie MGB, MKB Nederland en de Kamer van Koophandel). Nadat het college het conceptplan heeft vrijgegeven voor consultatie is een persbericht uitgegaan en is het conceptplan naar de koepelorganisaties toegezonden. Een samenvatting is uitgegaan naar de wijk- en dorpsraden en de winkeliersvereningen. Tijdens de consultatieperiode is een bijeenkomst georganiseerd waarin belanghebbenden in de gelegenheid worden gesteld op het conceptplan te reageren. Daarnaast is eenieder de mogelijkheid geboden om schriftelijk een reactie te geven. Er zijn enkele schriftelijke reacties ontvangen, waarvan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2001 | | pagina 574