Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 15324] Dienst/afdeling: BRDIR Motivering/Toelichting VERVOLG VOORSTEL 2. Het, naar aanleiding van de consultatie op onderdelen gewijzigde, Elementplan Sierende Elementen vast te stellen, inhoudende: a) De omgevingsanalyse; b) De visie op en de strategie voor het beheer en onderhoud van de sierende elementen in de openbare ruimte van Breda. 3. De lijst van objecten die in beheer worden overgedragen aan de diensten RME, SAW of de Bestuursdienst, conform inliggend overzicht, vast te stellen. Breda heeft karakter, zo wordt gesteld in de Bredase Stadsvisie (oktober 1999). Dat karakter zit voor een deel in het culturele en cultuurhistorische gezicht van Breda. Het maakt Breda een aantrekkelijke stad om te wonen, te werken en te recreëren. De historische stadsstructuur en de gebouwen zijn van groot belang voor het cultuurhistorisch karakter van Breda. Een heel belangrijke aanvulling daarop zijn alle kleinere objecten van culturele en cultuurhistorische waarde, de sierende elementen. Die kleinere elementen zorgen voor een samenhangend totaalbeeld. Voorbeelden van de sierende elementen zijn: monumenten, beeldende kunst, gedenktekens, bijzondere hekwerken en banken, vijvers en fonteinen. De afgelopen jaren is een duidelijk zichtbare achterstand ontstaan in het onderhoud van sierende elementen. De helft van de 170 stuks te beheren sierende elementen verkeert in een matige tot slechte onderhoudsstaat. Voorbeelden hiervan zijn: niet werkende fonteinen, leegstaande en vervuilde vijvers, roestende sierhekwerken, niet werkende installaties en met mos en algen bedekte kunstwerken. Deze onderhoudsachterstand is ontstaan doordat niet planmatig kon worden beheerd omdat daarvoor de uitgangspunten ontbreken. Ten eerste ontbreken de juiste kwantitatieve gegevens doordat het begrip 'sierend element' onduidelijk is gedefinieerd, de beheerverantwoordelijkheid niet goed is afgebakend en de eigendomssituatie niet altijd bekend is. Ten tweede ontbreken de kwaliteitseisen voor het planmatig beheer van sierende elementen. De oplopende onderhoudsachterstand is ook te wijten aan het feit dat, bij de overdracht van het beheer van sierende elementen in 1995 aan de dienst Stadsbeheer, een discrepantie bestond tussen de onderhoudsbehoefte en het beschikbaar gestelde onderhoudsbudget (104.600 gulden) 47.465,41 Bovendien is door areaaluitbreiding en gemeentelijke herindeling bij gelijkblijvend beheerbudget het aantal sierende elementen fors toegenomen. En gezien het beeldende kunstbeleid dat gevoerd wordt valt een jaarlijkse toename van het aantal beeldende kunstobjecten in de openbare ruimet te verwachten. Het beschikbare onderhoudsbudget van 104.600 gulden 47.465,41 is zelfs ontoereikend voor het voldoen van de jaarlijkse vaste lasten voor personeel, energie en onderhoud van vijvers, fonteinen en gedenkplaatsen, zodat geen budget resteert voor overige beheeractiviteiten. Om enigszins aan deze beheerproblemen tegemoet te komen is in 1999, 2000 en 2001 jaarlijks ongeveer 200.000 gulden 90.756,04 extra aan sierende elementen besteed, ten koste van het beheer van de andere elementen in de openbare ruimte. De sierende elementen komen tot hun recht en kunnen een rol van betekenis voor de stad spelen als zij ook werkelijk kunnen 'sieren'. Om dit doel te bereiken is het belangrijk de beeldkwaliteit en de beheerkwaliteit te verbeteren, door het duurzaam in stand houden van de sierende elementen en waar nodig het inhalen van de onderhoudsachterstand. Om beeld - en beheerkwaliteit van sierende elementen te verbeteren worden in het elementplan uitgangspunten geformuleerd op basis waarvan planmatig kan worden beheerd. Deze uitgangspunten zijn: definiëring van het begrip sierend element; kaders voor de beheerverantwoordelijkheid. Op basis van bovenstaande uitgangspunten is in het concept plan het gewenste kwaliteitsniveau van het beheer omschreven. De belangrijkste actiepunten die moeten leiden tot dit kwaliteitsniveau zijn: de inventarisatie uit 1994 actualiseren; -2-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2001 | | pagina 578