Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 13850] Dienst/afdeling: VSZ Betreft: Voorstel Agendapuntnummer 1 Aantal bijlagen: - Overeenkomst fraudebestrijding Inleiding De gemeenteraad heeft op 17 november 1977 besloten tot het aangaan van een overeenkomst ter zake het doen verrichten van onderzoek door het bureau bijzonder onderzoek van de Sociale Dienst, voor gemeenten die daartoe een verzoek richten tot het gemeentebestuur van Breda. Bij besluit van 28 november 1989 werd die overeenkomst ingetrokken. Eveneens bij besluit van 28 november 1989 werd een gewijzigde overeenkomst vastgesteld en besloten om die overeenkomst aan te gaan met die gemeenten waarmee toen een overeenkomst was aangegaan. Met twaalf gemeenten in de regio is een samenwerkingsovereenkomst afgesloten, op basis van de uitgangspunten zoals in de nota opgenomen met betrekking tot de opsporing van misbruik en oneigenlijk gebruik van de sociale zekerheidswetgeving. Instemmen met de gewijzigde overeenkomst met de aan fraudebestrijding deelnemende gemeenten Motivering/Toelichting De oprichting van het voormalige Regionaal Instituut Bijzonder Onderzoek (Ribo) is gebaseerd op een nota uit 1975, waarin de taken werden geformuleerd en de filosofie rond opsporing van bijstandsfraude is neergelegd. Er hebben zich diverse ontwikkelingen voorgedaan waarop is ingespeeld, zonder dat die aanpassingen evenwel hebben geleid tot een meer structurele benadering van de taakstelling van het Ribo. De primaire taak van de afdeling Fraudebestrijding, de nieuwe naam van het Ribo vanaf 1 januari 2000 kan worden omschreven als het opsporen van sociale zekerheidsfraude met inachtneming van de richtlijnen sociale zekerheidsfraude van de Procureurs-generaal Als hiervan wordt uitgegaan betekent dit dat de afdeling Fraudebestrijding belast is met zaken, waarin een redelijk vermoeden is van een strafbaar feit en waarbij de terugvordering van de ten onrechte genoten uitkering 12.000,- bruto of hoger is. Uiteraard kan het voorkomen, dat er sprake is van (een redelijk vermoeden van) fraude, doch dat niet onmiddellijk duidelijk is of het hier gaat om een fraude die hoger is dan 12.000,-. Ook in dat geval stelt de afdeling Fraudebestrijding een nader fraudeonderzoek in. Op 7 juni 2000 is in het Portefeuillehoudersoverleg Sociale Zaken van de aan de fraudebestrijding deelnemde gemeenten overleg gevoerd over de werkwijze en een nieuwe financiering van de Afdeling Fraudebestrijding. In verband met de afwezigheid van een aantal wethouders is vervolgens schriftelijk gevraagd om een nadere reactie. De deelnemende gemeenten kunnen instemmen met een nieuwe financieringssystematiek en als gevolg daarvan met wijziging van de overeenkomst. De nieuwe financiering is opgebouwd uit een solidariteitsheffing (20% van de begrote kosten), zoals in de huidige financiëringsystematiek en uit inkoop van producten (80% van de begrote kosten). Die producten worden gefinancierd op basis van een begroot aantal af te nemen producten tegen een overeengekomen productprijs. Die productprijs is opgebouwd uit de onderzoekskosten (verschillende prijs per soort onderzoek), reis- en normtijd en reisafstand. Voordeel van de nieuwe financiering is dat gewerkt wordt met maatwerk-tarieven, die per jaar gemakkelijk aan te passen zijn aan de gewijzigde omstandigheden. In dit stelsel kunnen nieuwe producten eenvoudig worden aangeboden tegen een duidelijk tarief. De solidariteitsheffing waarborgt een gegarandeerd inkomen voor de gemeente Breda. Gelet op het resultaat van dit overleg en de reacties daarop wordt aan uw raad voorgesteld om de nieuwe overeenkomst in te laten gaan op 1 januari 2001 -1-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2001 | | pagina 5