Gemeente Breda Registratienr: 15566] RaadsvoorstelDienst/afdeling: RO maatregelen, reclame-acties, raadplegen van klantenpanels e.d. en nieuwe tarieven en kaartsoorten (in overleg met de gemeente). Het vervoerbedrijf heeft eveneens een belangrijke adviserende rol. De gemeente heeft instrumenten nodig om bijv. effecten van plannen (vervoerwaarden) uit te rekenen (verkeers-computermodel) en de door de vervoerder beloofde kwaliteit 'in het veld' te controleren. Er zal sprake zijn van een zeker leerproces om antwoord te krijgen op vragen als hoe strak formuleert de gemeente de voorwaarden en kaders voor het lijnennet, de kwaliteit serviceverlening en de dienstregeling en hoe gaan gemeente en vervoerder hier wederzijds mee om De derde functie, de uitvoerinas-Zrealisatiefunctie. ligt bij de vervoerder. Hij is verantwoordelijk voor een correcte uitvoering van de dienstregeling en van de dienstverlening door de chauffeurs. De genoemde gemeentelijke taken vereisen een goede inbedding in de gemeentelijke organisatie met de mogelijkheid van additionele (juridische) expertise (zie ook paragraaf marktwerking). Het rijk evalueert in 2001 de gemeenten die OV-autoriteit zijn (VOC Vervoersautoriteiten Openbaar Vervoer Centrumgemeenten). Als die evaluatie ongunstig uitvalt, kan Breda zijn autonome bevoegdheid over het stadsvervoer verliezen aan de provincie. Omgang met betrokken partijen Ten aanzien van het omgaan met de consumenten vereist de nieuwe Wet Personenvervoer, dat minstens één keer per jaar overleg wordt gepleegd met consumentenorganisaties over het OV en de dienstregeling. Strikt genomen is alleen oveleg met ROVER verplicht, maar het verdient aanbeveling een OV-overlegplatform met meerdere partijen op te richten. Breda wil de vervoerder klantenpanels en kwaliteitsenquêtes laten houden, eventueel uit te voeren door een onafhankelijke derde. Reizigers en overige belangstellenden belanghebbenden worden ook betrokken bij de totstandkoming van nieuwe concessies en het programma van eisen bij aanbesteding. Met de provincie zal over vele zaken intensief overleg nodig zijn: afstemming tussen stad- en streekvervoer en tussen de verschillende concessies (zie volgende paragraaf), provinciaal geïnitieerde OV-acties, de overgang van de streeklijnen naar stadslijnen bij de verbindingen met Prinsenbeek (zie tekst basismodel) en de mobiliteitstoets bij ruimtelijke plannen. De relatie tussen gemeente en vervoerbedrijf wordt verder verzakelijkt. Dit geldt zeker, wanneer in 2004 in Breda voor het eerst aanbesteding plaatsvindt en het winnende vervoerbedrijf de concessie krijgt. Binnen het zakelijke contract kunnen bijv. bonus-/malusregelingen worden opgenomen om de vervoerder tot grotere prestaties te prikkelen. Het Gemeentelijk Servicepunt Deeltaxi kan in de toekomst uitgroeien tot een Regionaal Vervoerdiensten Centrum (RVDC) dat in samenwerking met het Vervoerscoördinatiecentrum (VCC)- Brabant activiteiten coördineert op het gebied van kleinschalig vervoer, vervoermanagement, carpoolen, OV-specials en regulier OV (intermediaire functie). Daarnaast kan het RVDC ook als service- en informatiepunt fungeren, o.a. met een vraagbaak-functie voor bedrijfsleven. Nadere uitwerking van een gefaseerde groei van deze ontwikkeling is aan te bevelen. Concessies De nieuwe Wet Personenvervoer voert dit instrument in: het door een OV-autoriteit verleende recht om met uitsluiting van anderen OV te (laten) verrichten in een bepaald gebied gedurende een bepaald tijdvak. De nieuwe WPV stelt, dat de VOC-gemeenten bevoegd zijn over vervoer "ten behoeve van die gemeente". Dit laat ruimte voor verschillende interpretaties van de toedeling van het streekvervoer binnen VOC-gemeentegrenzen. Binnen het overleg tussen Brabantse VOC-steden en de provincie is gesteld, dat het gaat om een oplossing die het meest gunstig voor de reizigers is en daarnaast ook werkbaar en flexibel in de aansturing. Daarom zijn er vier opties 1) exclusieve concessiegebieden voor de gemeente en de provincie; de vervoerders krijgen de plicht tot afstemming te komen over doorgaande streeklijnen die de gemeentegrenzen passeren; 2) gemeenschappelijke concessieverlening door provincie en gemeente Breda; 3) gemeenschappelijke regeling (WGR): provincie en gemeente Breda dragen OV- bevoegdheden in stad en regio over aan een nieuwe WGR-autoriteit, bijv. een bestuurlijk platform; 4) overdragen van lijnen van de ene OV-autoriteit naar de andere (lijkt op huidige situatie).

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2001 | | pagina 651