Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 15566]
Dienst/afdeling: RO
dat het OV ook een instrument is voor duurzame stedelijke ontwikkeling en herstructurering ten
behoeve van een vitale en leefbare stad.
Het zal echter niet allemaal vanzelf gaan. Ter realisering van de doelstellingen moeten voldoende
middelen beschikbaar zijn, zowel voor de exploitatie (naast vervoer ook informatie- en
promotiemaatregelen) als voor investeringen in infrastructuur.
De intregrale inbedding van het OV-beleid en -maatregelen uit de OV-Nota vindt plaats in het
Verkeersplan Breda. Ook over het Verkeersplan Breda zullen wij u voorstellen doen toekomen.
24. Uitwerkingen
Er zullen nog de nodige acties uitgewerkt moeten worden op het vlak van de implementatie van het
nieuwe lijnennet en de infrastructuur: o.a. fasering, financiën, onderhandelingen met provincie, beheer
en onderhoud van (infrastructurele) voorzieningen. Dit laatste is een onmisbare voorwaarde en zal
meegenomen moeten worden bij elk op te starten (infra-)project.
Op korte termijn zal moeten worden onderzocht in welke mate de lijnencombinaties in het nieuwe
lijnennet langere rijtijden als gevolg van Duurzaam Veilig maatregelen kunnen opvangen. Ten
opzichte van de al vastgestelde dienstregeling 2001 leidt vrijwel elke verlenging van rijtijd tot extra
kosten. Bevordering van OV en 'Duurzaam Veilig' vinden wij beide van belang en dat houdt in, dat het
spanningsveld tussen beide zorgvuldig bekeken moet worden en dat knelpunten met maatwerk
worden opgelost. Uiteindelijk betekent dit inzet van meer financiële middelen deels in OV-exploitatie,
deels in Duurzaam Veilig - infrastructuur (als bijv. een busroute voorrangsroute wordt en de zijstraten
van drempels worden voorzien).
Verder zijn er de komende jaren talrijke omleidingen in de stad te verwachten. Daarbij zal zorgvuldig
moeten worden omgegaan met de consequenties voor het OV. Dat betekent vooral het minimaliseren
van negatieve consequenties zoals extra exploitatiekosten door langere rijtijden van de bussen en
daarmee samenhangende extra businzet. In dit kader willen wij vooral wijzen op het grote belang van
de OV-as die begint op de Oostflank (Kennedylaan - Vlaszak) en via de Oude Vest en
Karnemelkstraat naar de Markendaalseweg-zuid loopt. Hier passeren zoveel bussen, dat het
maximaal mogelijke gedaan moet worden om deze route voor het busverkeer beschikbaar te houden.
Een ander belangrijk uit te werken punt is de concessieverlening en marktwerking. In principe wordt er
op 1-1-2004 gestart met een aanbesteed stadsbus-netwerk, zoals uw raad eerder al besloten heeft.
Op 31 dec. 2001 zal er, conform de eis uit de Wet Personenvervoer 2000, een nieuwe concessie
verleend moeten worden. Het gaat dan om een concessie zonder aanbesteding, te verlenen aan de
huidige vervoerder, de BBA (in feite een grondige aanpassing van de huidige concessie). U krijgt daar
uiteraard nog voorstellen over in het najaar 2001
De afgelopen tijd is gebleken, dat het zinvol kan zijn om de mogelijkheid open te houden de per
31 dec. dit jaar in te voeren nieuwe concessie na 1-1-2004 te verlengen. Er zou dan een optie
ingebouwd moeten worden voor maximaal twee keer twee jaar verlengen (de tweede verlenging is
afhankelijk van eventuele dwingende wettelijke bepalingen in de toekomst). Dit heeft de volgende
voordelen
a) er zijn waarschijnlijk met de BBA gunstige (financiële en vervoerkundige) afspraken te maken
in het kader van de verdere uitwerking en uitvoering van maatregelen uit de OV-Nota, als de
BBA meer zekerheid krijgt over een langer durende concessie (het bedrijf BBA krijgt dan een
stuk continuïteit aangeboden); terwijl de mogelijkheid voor de gemeente om de stadsbusdienst
toch eerder aan te besteden de BBA kritisch zal doen kijken naar hun kostprijstarieven;
in het licht van het grote belang van zekerheid voor de gemeente Breda als het gaat om de
implementatie van de OV-Nota de komende jaren en de wederzijdse bekendheid en
vertrouwdheid met de huidige vervoerder, is het maar de vraag of op dit moment de te
verwachten voordelen van aanbesteding opwegen tegen de onzekerheden en het moeten
gaan doorlopen van het proces van opbouw van wederzijds vertrouwen en routines bij de
komst van een nieuwe vervoerder;
b) er kan beter worden afgestemd met het streekvervoer, omdat inmiddels gebleken is dat er een
gerede kans is dat de provincie ook op een dergelijk tijdpad uitkomt; er wordt op deze manier
een toekomstig tijdstip gecreëerd, waarop de gemeente Breda samen met de provincie kan
bekijken hoe het OV in 'stad en land van Breda' (dus ook in de ons omringende regio) het
beste op elkaar kan worden afgestemd, georganiseerd en aangestuurd.
-13-