BIJLAGE BIJ RAADSVOORSTEL 15566 OV-NOTA
Kernpunten van de nota Openbaar Vervoer zijn kort opgesomd de volgende.
- positioneren OV ten opzichte van ontwikkelingen in Breda en elders, ten opzichte van
andere nota's (zoals de Stadsvisie) en ten opzichte van nieuwe regelingen (m.n. de nieuwe
Wet Personenvervoer per 1-1-2001, de WPV);
- analyse huidige situatie en ontwikkelingen OV tot nu toe (o.a. reizigersontwikkeling,
inventarisatie klachten, peiling meningen, marktonderzoek);
- doelstelling: goede en duurzame OV-voorziening tegen redelijke prijs voor zowel consument
als overheid, uitgaand van een sociale en mobiliteitsfunctie van het OV;
- integrale afweging van plannen en maatregelen t.a.v. alle vervoermodaliteiten, dus ook OV,
vindt in Verkeersplan plaats (o.a. infrastructuur, Duurzaam Veilig, wegencategorisering)
- streefbeelden m.b.t. oppervlakte-ontsluiting en concurrentiepositie t.o.v. de auto (snelheid);
- randvoorwaarden voor groei OV (o.a. beter OV-product, marketing, wederzijdse afstemming
OV en flankerend beleid m.b.t. parkeren en R.O., voldoende financiële middelen en
infrastructuur);
- visie op treinverkeer (o.a. HST/Shuttle, Interregiospoor Brabant met nieuwe Bredase
voorstad-stations) en regionaal OV (m.n. HOV Oosterhout - Breda - Etten Leur);
- kwaliteitskriteria voor route, frequentie, bedieningsperiode, punctualiteit, loopafstand tot
halte, snelheid (ook t.o.v. auto), infrastructuur (doorstromingsmaatregelen) en materieel;
- bij duurzaam veilige herinrichting OV-routes rekening houden met OV-eisen t.a.v.
comfort passagiers en chauffeurs en t.a.v. doorgang voor lage vloerbussen; dit laatste
betekent o.a. zo weinig mogelijk nieuwe snelheidsremmers op huidige of toekomstige
busroutes; indien toch noodzakelijk, dan speciaal te ontwerpen voor lagevloerbussen;
- bij langere rijtijden OV als gevolg van duurzaam veilige weginrichtingen, dan:
a) eerst bekijken of de langere rijtijd opgevangen kan worden binnen de dienstregeling
(binnen huidige stadsnet bijna nergens mogelijk);
b) is a) onmogelijk, dan mogelijkheden bezien de duurzaam veilige wegencategorisering ter
plaatse aan te passen (afweging Verkeersplan)
c) zijn a) en b) onmogelijk, dan inzet van meer financiële middelen in OV-expioitatie;
ter handhaving van het in de OV-Nota gewenste bedieningsniveau;
- richtlijnen OV-ontsluiting nieuwe woon- en werkgebieden;
- integratie OV en fiets op halte-niveau;
- maatregelen voor een betere toegankelijkheid, imago en kwaliteitsbeleving;
- pakket innovaties;
- maatregelen infrastructuur: doorstroming, dynamisch informatie- en beheerssysteem, OV-
knooppunten en sterhalten;
- positionering flankerend beleid (aanscherping nodig voor uiteindelijke kostendekkingsgraad
van 50 zoals vereist in de nieuwe Wet Personenvervoer);
- drie functies in aansturingsproces: beleidsfunctie (gemeente), ontwikkelfunctie (gemeente én
vervoerbedrijf) en uitvoeringsfunctie (vervoerbedrijf);
- omgang met partners consumenten, provincie en vervoerbedrijf, mede bepaald vanuit de
nieuwe WPV;
- concessieverlening (WPV): meer zakele relatie met vervoerder;
- - marktwerking per 2004 (WPV): fase 2002-2004 concessie zonder aanbesteding, vanaf 2004
met aanbesteding (zie echter tekst concept-besluitenlijst ter nuancering hiervan)
- op basis van een differentiatie in verbindend, ontsluitend en aanvullend (kleinschalig
vraagafhankelijk) OV is een structuurmodel OV-Breda ontwikkeld en weer uitgewerkt in
één basismodel toekomstig stedelijk OV bestaande uit één geïntegreerd netwerk van
lijnen (aangevuld door deeltaxivervoer) waarvan sommige een meer verbindend en andere
een meer ontsluitend karakter hebben, verbonden door knooppunten en sterhaltes;
- basismodel toekomstig stedelijk OV is te variëren in opbouw en (tijdelijk) frequenties en is
bedoeld voor meer inzicht in mogelijkheden concrete lijnvoering (routes in wijken),
exploitatiekosten en - opbrengsten, effect schoolvervoer, effect Duurzaam Veilig, effect
aanbesteding en implicaties overname Prinsenbeekse lijnen;
