Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 15647] Dienst/afdeling: VASTG Betreft: Voorstel Motivering/Toelichting Agendapuntnummer 4 Aantal bijlagen: Bijstelling nota Grondbeleid 1996 Inleiding In uw vergadering van 28 november 1996 heeft u de "Nota Grondbeleid 1996" vastgesteld. Sedert de vaststelling van de nota zijn er echter diverse ontwikkelingen geweest, dan wel zijn nog ontwikkelingen gaande, die het noodzakelijk maken de nota aan te vullen en te wijzigen. Van belang is vooral, dat u de Stadsvisie heeft vastgesteld, waarin een hoog ambitieniveau wordt uitgesproken naar de toekomst voor de stad als het gaat om de (her)ontwikkeling van grote delen van de binnenstad, de uitleggebieden en het buitengebied. Daarbij heeft u tevens de bereidheid uitgesproken in die ambitie fors te investeren. Om de doelstellingen, die in de Stadsvisie zijn omschreven, te kunnen halen achten wij het van belang het grondbeleid daarop af te stemmen, omdat daardoor de mogelijkheden worden geschapen, de gewenste (her)ontwikkelingen te bewerkstelligen. Daarnaast is bekend, dat steeds meer private partijen (projectontwikkelaars, bouwers, beleggers, corporaties en speculanten) vastgoedposities innemen en dat het gemeentelijk publiekrechtelijke instrumentarium (bestemmingsplan, onteigening, voorkeursrecht en kostenverhaal) ontoereikend is voor de realisatie van diverse plannen. Omdat de gemeente niet over het benodigde vastgoed kan beschikken mist zij de mogelijkheden om haar regiefunctie waar te maken met als gevolg, dat gemeentelijke sectorale en grondbeleidsdoelen niet gehaald kunnen worden. Echter, om in de gegeven omstandigheden toch maximaal te kunnen presteren wordt u voorgesteld de "Nota Grondbeleid 1996" bij te stellen conform hetgeen hierna beschreven is en zoals dat verwoord is in het bij dit voorstel behorende concept-besluit. Te besluiten tot bijstelling van de "Nota Grondbeleid 1996" conform het bij dit voorstel behorende concept raadsbesluit. Zoals in de inleiding reeds werd gesteld heeft u in uw vergadering van 28 november 1996 de "Nota Grondbeleid 1996" vastgesteld. Enige tijd daarna heeft u de Stadsvisie vastgesteld, waarin u een hoog ambitieniveau heeft neergelegd voor toekomstige (her)ontwikkelingen in belangrijke delen van de binnenstad, de uitleggebieden en het buitengebied. De beoogde (her)ontwikkelingen dienen te worden vastgelegd in ruimtelijke visies en plannen, die een wisselwerking kennen met het grondbeleid en de grondexploitatie. Immers de gemeente heeft als autoriteit als het gaat om bestemmingsplannen een regisserende rol bij de exploitatie van het daarbij betrokken vastgoed. Daarbij valt te denken aan: fasering en realisatie van het plan, het realiseren van openbare voorzieningen, het kostenverhaal enz. Die rol is groter naarmate de collectieve voorzieningen omvangrijker zijn en het vastgoed in handen is van meerdere of vele partijen. Eveneens kan worden gesteld, dat de grond/vastgoedmarkt in de afgelopen jaren uit balans is geraakt. Op die markt ontmoet de gemeente steeds meer concurrenten, waardoor de aankoopprijzen van ruwe bouwgrond en ander vastgoed fors zijn gestegen. Dit werkt ten nadele van de gemeenschap, omdat daardoor onder meer: de prijs voor agrarische grond sterk stijgt, hetgeen de aanleg van een ecologische hoofdstructuur of andere natuurgebieden onmogelijk maakt; de ruimte in de grondexploitatie voor de financiering van kwaliteit in de openbare ruimte en medefinanciering van dure bovenwijkse voorzieningen wordt beperkt; Aanleiding -1-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2001 | | pagina 707