Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 16061]
Dienst/afdeling: FPAW
Betreft:
Voorstel
Motivering/Toelichting
Inleiding
Agendapuntnummer 1
Aantal bijlagen:
Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet ad f. 250.000,- voor het verwijderen van een
woonwagen/woning op de standplaatsen Nieuwe Inslag 76 en 78 te Breda
Eind september/begin oktober 1998 is geconstateerd dat op de woonwagenstandplaatsen Nieuwe
Inslag 76 en 78 één grote woonwagen (woning) gebouwd werd met een afmeting van 15m x 17m,
zonder dat daarvoor een bouwvergunning was aangevraagd en verleend.
Beide standplaatsen werden bebouwd in strijd met de bestemmings- en gebruiksbepalingen zoals
deze zijn opgenomen in het Bestemmingsplan verspreide woonwagenstandplaatsen 1995.
Bij brief van 29 september 1998 heeft woningbouwvereniging Volkshuisvesting Breda, welke het
beheer en exploitatie van de woonwagenlocaties in Breda verzorgt, aan beide huursters van de
standplaatsen bericht dat met deze bebouwing in strijd gehandeld wordt met het bestemmingsplan.
Op 16 oktober 1998 heeft ons college een vooraanschrijving doen uitgaan voor het bouwen zonder
bouwvergunning van een woonwagen (woning) op de standplaatsen Nieuwe Inslag 76 en 78, waarbij
verzocht is, het zonder vergunning gebouwde binnen 30 dagen te verwijderen.
Bij brief van 3 december 1998 is door de huurster van de standplaats Nieuwe Inslag 78, middels een
brief van haar advocaat gereageerd.
Van de huurster van de standplaats Nieuwe Inslag 76 is nimmer meer iets vernomen.
Op 17 december 1998 is door de huurster van de standplaats Nieuwe Inslag 78 een verzoek om
bouwvergunning ingediend. Bij brief van 8 januari 1999 is door Bouw-en Woningtoezicht aan huurster
verzocht om aanvullende stukken en gegevens in te zenden, aangezien de bouwaanvrage verre van
volledig bleek te zijn.
Op 8 februari 1999 is een uitnodiging tot zienswijze uitgegaan en op 16 februari 1999 is hierop een
reactie binnengekomen dat de brief van 3 december 1998 als zienswijze moet worden aangemerkt.
Tevens heeft op 25 februari 1999 een zienswijzengesprek met huurster plaatsgevonden.
Op 4 mei 1999 is tegen de aanschrijving bezwaar gemaakt en op 15 februari 2000 is huurster
schriftelijk in kennis gesteld dat het ingediende bezwaarschrift ongegrond is verklaard. In de zes
weken daarna is hiertegen géén bezwaar ingediend.
Dit betekent dat uitvoering gegeven kan worden aan de aanschrijving tot bestuursdwang en er van
gemeentewege kan worden overgegaan tot verwijdering van de illegaal gebouwde woonwagen
(woning).
a. voor het afbreken en het verwijderen van de woning/woonwagen op de standplaatsen Nieuwe
Inslag 76 en 78 een krediet ad f. 250.000,- beschikbaar te stellen;
b. daartoe de begroting van de dienst RME te wijzigen, waartoe de f. 250.000,- gedekt kan worden
binnen de Reserve ISV geblokkeerde BWS-middelen.
Gezien de ontstane situatie is door de betrokken diensten een draaiboek opgesteld om te komen tot
een ontruiming van beide standplaatsen.
Snel daarna bleek dat huurster de woning én beide standplaatsen "verkocht" zou hebben aan een
derde persoon. Deze persoon was afkomstig uit een andere gemeente en stond niet ingeschreven als
woning- of standplaatszoekende. Van een verkoop van de standplaatsen door de huurster kan echter
geen sprake zijn aangezien de standplaatsen eigendom zijn van de gemeente.
Na een uitvoerig overleg over de ontstane situatie en na consultatie van een bedrijf dat zich
gespecialiseerd heeft in woonwagenaangelegenheden en goed op de hoogte is van de Bredase
situatie aangezien zij, namens de woningbouwvereniging WonenBreda het dagelijkse toezicht op de
woonwagenlocaties vervult, is besloten om dit bedrijf de opdracht te verstrekken om ten spoedigste
overleg te voeren met de nieuwe "eigenaar" met als inzet de woonwagen (woning) op de Nieuwe
Inslag 76/78 te (doen) verwijderen en de standplaatsen leeg op te leveren.
-1-