Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 16105]
Dienst/afdeling: JZ
Consequenties
Communicatie
Commissiebehandeling
Overwegingen naar aanleiding van de bezwaren:
De stelling van bezwaarden dat de realisering van de skatebaan in strijd is met het geldende
bestemmingsplan is juist. Om die reden is het ook noodzakelijk gebleken een vrijstellingsprocedure te
volgen, ingeleid door het genomen voorbereidingsbesluit. De strijdigheid met het geldende
bestemmingsplan is overigens beperkt. De skatebaan is geprojecteerd in de bestemming "openbaar
groen" en op grond van de voorschriften mogen onder meer speeltoestellen (tot een hoogte van 2.50
mtr.) worden gebouwd.
De vraag of wellicht andere en - voor bezwaarden- gunstiger lokaties aanwezig waren, staat in het
kader van de bezwaren tegen het genomen voorbereidingsbesluit niet ter discussie. Bij het genomen
besluit heeft de raad gemotiveerd waarom voor de aangewezen lokatie is gekozen. Niet ongebruikelijk
is dat in het zoekproces om tot een bepaalde lokatie te komen meerdere lokaties in beeld zijn, waarna
uiteindelijk, na onder meer gehouden inspraak en een nadere afweging van stedebouwkundige
aspecten, voor één lokatie wordt gekozen.
Op grond van stedebouwkundige en overige overwegingen als bereikbaarheid en veiligheid is voor de
bewuste lokatie gekozen. Zoals tijdens de hoorzitting door de gemeentelijke vertegenwoordiger is
aangegeven is afgezien van een eerdere optie die de lokatie juist dichter op de mgr.van
Hooijdonkstraat projecteerde en is gekozen voor een meer bescheiden maatvoering van de te
realiseren voorziening. De begrenzing van het gebied van het voorbereidingsbesluit is daarbij wat
ruimer getrokken om nog enige speling te hebben bij de daadwerkelijke uitvoering.
Hierbij wordt opgemerkt dat met name in het kader van de vrijstellingsprocedure (artikel 19 WRO)
nadere motivering en verantwoording van de bedoelde lokatie aan de orde is.
Op grond van de bovenstaande overwegingen concludeert de commissie dat de bezwaren van de
fam.van Steen ongegrond moeten worden verklaard.
De commissie adviseert uw raad om de bezwaren van de fam. van Steen ongegrond te verklaren en
het bestreden besluit van 26 oktober 2000 te handhaven.
Tegen de beslissing van de raad kan bij de arrondissementsrechtbank te Breda beroep worden
ingesteld.
De indieners van het bezwaarschrift zijn in de gelegenheid geweest hun bezwaren ten overstaan van
de commissie voor bezwaar-en beroepschriften toe te lichten. Zij zullen van de beslissing in kennis
worden gesteld en een verslag van de hoorzitting ontvangen.
De commissie Ruimtelijke Ordening kan zich met dit voorstel verenigen.
Burgemeester en wethouders van Breda,
Meegezonden
>w
-2-
