Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 15210] Dienst/afdeling: JZ Betreft: Inleiding Voorstel Motivering/Toelichting Agendapuntnummer 4 Aantal bijlagen: - Beslissing op het bezwaarschrift van A. van Rozendaal met betrekking tot het voorbereidingsbesluit van 28 juni 2000 voor een terrein op de hoek Mathenessestraat- Groot IJpelaardreef Met de brief ingekomen op 31 juli 2000 maakte A. van Rozendaal op grond van de Algemene wet bestuursrecht bezwaar tegen het raadsbesluit van 28 juni 2000 tot het nemen van een voorbereidingsbesluit voor een terrein op de hoek Mathenessestraat-Groot IJpelaardreef. Op grond van de Verordening op de Commissie voor Bezwaar-en beroepschriften is het bezwaarschrift in handen gesteld van de commissie voor bezwaar-en beroepschriften. Deze commissie heeft een hoorzitting georganiseerd en aan uw raad, door onze tussenkomst, advies uitgebracht over de te nemen beslissing. Wij stellen U voor om overeenkomstig het advies van de commissie voor bezwaar-en beroepschriften te beslissen. Dit advies is integraal overgenomen onder de rubriek Motivering/Toelichting. De bezwaren niet-ontvankelijk te verklaren. Feiten: - In overleg met de gemeente heeft een projectontwikkelaar een plan gemaakt voor de bouw van 19 appartementen, 2 bedrijfswoningen en bedrijfsruimten met kantoren op het terrein op de hoek Mathenessestraat-Groot IJpelaardreef; - Op 24 juni 1999 is voor dit terrein een voorbereidingsbesluit genomen, dat op 5 juli 1999 in werking trad; - Op 30 december 1999 diende de projectontwikkelaar de aanvraag voor een bouwvergunning in voor de realisering van bovenvermelde gebouwen; - Op 2 februari 2000 is het voornemen tot het verlenen van een vrijstelling van het geldend bestemmingsplan "Breda Zuid-Oost" ex artikel 19 WRO gepubliceerd, daar een deel van het bouwplan niet in overeenstemming was met het bestemmingsplan; - Op 5 juli 2000 liep de geldigheidsduur van het voorbereidingsbesluit van 5 juli 1999 af. Gelet op het feit dat voor deze datum de bouwvergunning nog niet kon worden verleend, heeft de gemeenteraad op 28 juni 2000 een nieuw voorbereidingsbesluit genomen dat op 3 juli 2000 in werking trad; - Op 18 juli 2000 is de bouwvergunning verleend; - Op 31 juli 2000 maakt A. van Rozendaal bezwaar tegen het voorbereidingsbesluit van 28 juni 2000. Juridisch kader: De bevoegdheid tot het nemen van een voorbereidingsbesluit ligt bij de gemeenteraad. De gemeenteraad heeft het voorbereidingsbesluit van 28 juni 2000 genomen vanwege het feit dat bij het aflopen van het voorbereidingsbesluit van 24 juni 1999, de gevraagde bouwvergunning nog niet verleend kon worden en de vrijstellingsprocedure op grond van artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening nog niet was afgerond. Ontvankelijkheid: Sedert de wijziging van de Wet op de Ruimtelijke Ordening per 3 april 2000 is het mogelijk tegen een voorbereidingsbesluit bezwaar en beroep aan te tekenen. De bezwaren van A. van Rozendaal die zijn bezwaren tijdig heeft ingediend en ook als belanghebbende is aan te merken, zijn dan ook in zoverre ontvankelijk. Echter, het door de raad op 28 juni 2000 genomen voorbereidingsbesluit, dat op 3 juli 2000 in werking is getreden, is op grond van artikel 21 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening op 3 juli 2001 vervallen, nu vóór het bereiken van deze termijn geen ontwerp-bestemmingsplan ter inzage is gelegd. -1-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2001 | | pagina 771