Gemeente Breda Registratienr: 16236]
RaadsvoorstelDienst/afdeling: WOA
Betreft:
Inleiding
Voorstel
Motivering/Toelichting
Agendapuntnummer 13 Aantal bijlagen: 1
Doelgroepenbeleid Breda:uitbreiding peuterplus en bestedingsplan Voor- en Vroegschoolse Educatie.
In september 2000 is de Hoofdlijnennotitie Kinderopvang door de gemeenteraad vastgesteld. Eén van
de voornemens in de nota is de uitwerking van het doelgroepenbeleid. De gemeente Breda heeft vorig
jaar, mede naar aanleiding van het BANS-akkoord een start gemaakt om te komen tot een sluitende
aanpak voor 0 tot 6 jarigen. De gemeente Breda heeft van het rijk middelen ontvangen om de voor- en
vroegschoolse educatie te versterken in het kader van de VVE-regeling (Voor- en Vroegschoolse
Educatie).
Gelet op bovenstaande heeft het college op 26 juni 2001 de concept-notitie "Doelgroepenbeleid
Breda: uitbreiding peuterplus en bestedingsplan Voor- en Vroegschoolse Educatie" vastgesteld. Met
betreffende basisscholen, COKB en Vertizontaal zijn aan de hand van deze uitgangspunten afspraken
gemaakt over de start, de financiering en het aantal te bereiken doelgroepkinderen. Op grond hiervan
is het plan geconcretiseerd en wordt ter besluitvorming voorgelegd.
1In te stemmen met de notitie "Doelgroepenbeleid Breda: uitbreiding peuterplus en
bestedingsplan Voor- en Vroegschoolse Educatie" tot een totaalbedrag van f. 2.593.782,-;
2. Het college te machtigen om beslissingen te nemen over de besteding van het restantbedrag
van f. 228.244,-;
3. De concernbegroting en de dienstbegroting SAW 2001 conform voorstel begrotingswijziging
aan te passen.
Een grote groep kinderen begint met een achterstand aan het basisonderwijs en loopt die achterstand
in latere jaren niet meer in. Teveel kinderen kunnen zowel op sociaal als cognitief gebied onvoldoende
meekomen. Het doelgroepenbeleid in de vorm van peuterplus maakt het mogelijk voor kinderen die in
een achterstandspositie verkeren of dreigen te geraken, gebruik te maken van een extra aanbod
gericht op bevordering van hun ontwikkeling en het voorkomen of bestrijden van (taal)achterstand.
Voor deze peuters is het peuterpluswerk nodig in de vorm van extra dagdelen peuterwerk gekoppeld
aan specifieke programma's met een doorgaande lijn naar de basisschool.
De VVE-middelen bieden de mogelijkheid om het peuterplus in Breda in het schooljaar 2001-2002 een
aanzienlijke impuls te geven. De VVE-regeling stelt een aantal voorwaarden, waaronder:
Het programma is geschikt voor 2- en/of 3-jarigen en loopt door tot en met groep 2 van de
basisschool;
Er is sprake van een gestructureerde didactische aanpak;
Het programma wordt verzorgd door voldoende gekwalificeerd personeel;
Voor elke f. 30.000,- die de gemeente ontvangt, dient de deelname te worden gerealiseerd aan
effectieve voor- en vroegschoolse programma's van 15 doelgroepkinderen;
3 maanden na afloop van het schooljaar 2001-2002 moet de gemeente Breda de inzet van de
VVE-middelen bij het rijk verantwoorden.
De doelgroep voor het peuterpluswerk bestaat uit peuters vanaf 2 jaar die voldoen aan de
weegfactoren in het basisonderwijs en de peuters die geplaatst worden op basis van sociaal-
medische indicatie dan wel op indicatie van het consultatiebureau in het kader van de Tijdelijke
Regeling Vroegsignalering. Deze omschrijving van de doelgroep voldoet aan de bepalingen in de
VVE-regeling, te weten kinderen van 2 tot 5 jaar met grote (taal)achterstand.
Op grond van het aantal groepen in onderwijskansenscholen en de daaraan gekoppelde
peuterspeelzalen is er behoefte om het peuterpluswerk en de doorgaande lijn naar de basisschool uit
te breiden tot tenminste 61 groepen. Het gewenste aantal groepen is gebaseerd op een actuele
inventarisatie onder peuterspeelzalen en basisscholen met meer dan 50% doelgroepkinderen.
Uitgaande van de beschikbare middelen (WE en OnderwijsKansen) kunnen voor het schooljaar