2.1 Het peuterplus-aanbod Een grote groep kinderen begint met een achterstand aan het basisonderwijs en loopt die achterstand in latere jaren niet meer in. Teveel kinderen kunnen zowel op sociaal als op cognitief gebied onvoldoende meekomen. Deze kinderen bevinden zich door allerlei omstandigheden in alie lagen van de bevolking. Met name kinderen uit gezinnen die vanwege een andere etnische achtergrond de Nederlandse taal onvoldoende beheersen en kinderen met laag opgeleide ouders lopen meer risico op leerachterstanden. Het doelgroepenbeleid in de vorm van het peuterplus maakt het mogelijk voor kinderen die in een achterstandspositie verkeren of dreigen te geraken, gebruik te maken van een extra aanbod gericht op bevordering van hun ontwikkeling en voorkomen of bestrijden van (taal)achterstand. Daarnaast maakt het aanbod deel uit van een samenhangend pakket van maatregelen gericht op bestrijding van achterstanden bij het kind, zowel ais opvoedingsondersteuning aan de ouders. Ook wordt specifiek aandacht besteed aan het bereiken van de doelgroep. De participatie van allochtone peuters blijft in de meeste wijken nog ver achter bij de gemiddelde deelname van peuters. Om de allochtone doelgroep te bereiken wordt gebruik gemaakt van Speel mee projecten en het inzetten van intermediairs. Wijken waar deze inzet wordt gepleegd bereiken in korte tijd een groot deel van de doelgroep (Brabantpark, Heuvel, Geeren Zuid). De rol van de kruiszorg verdient nog extra aandacht. Het ministerie heeft in het kader van het BANS- accoord middelen aan de gemeenten ter beschikking gesteld ten behoeve van vroegsignalering en een sluitende zorgstructuur. De regionale stuurgroep JeugdGezondheidsZorg 0-19 jarigen ontwikkelt voorstellen voor de inzet van de beschikbare middelen. De doelgroep van het peuterpluswerk wordt als volgt omschreven: 1Peuters vanaf 2 jaar die voldoen aan de weegfactor (1,25, 1,5 1,7 en 1,9) die in het basisonderwijs wordt gehanteerd: De weegfactor wordt bepaald door het opleidingsniveau van de ouders, de gezinssamenstelling en het land van herkomst. Het peuterwerk kent formeel nog niet een dergelijke weging, maar in het kader van de ontwikkeling van de sluitende aanpak is er voor gekozen deze weegfactor ook voor het peuterpluswerk van toepassing te laten zijn. Kinderen die tot deze doelgroep behoren lopen tenslotte het meeste risico op taal- en ontwikkelingsachterstanden. Op basis van de inschrijving van de peuters vindt door de organisatie voor peuterwerk de weging plaats. De wet op de privacy vormt hiervoor geen belemmering. 2. Peuters vanaf 2 jaar die geplaatst worden op basis van een sociaal-medische indicatie dan wel op basis van een plaatsing door het consultatiebureau in het kader van de Tijdelijke Regeling Vroegsignalering: Ook peuters met een sociaal-medische indicatie lopen extra het risico met achterstand het basisonderwijs in te stromen. Daarom mogen ook zij deelnemen aan het peuterpluswerk. Indicatie vindt plaats door de huisarts. Waar nodig aangevuld met toetsing door een onafhankelijke instelling. In het kader van de tijdelijke regeling vroegsignalering kan het consultatiebureau peuters met taalachterstand indiceren voor een aanbod peuterplus. Deze omschrijving van de doelgroep voldoet aan de bepalingen in de WE-regeling, te weten de kinderen van 2 - 5 jaar met grote (taal)achterstand. Het peuterplusaanbod moet voldoen aan de volgende voorwaarden: Het is toegankelijk voor alle doelgroeppeuters die er gebruik van willen maken vanaf de leeftijd van 2 jaar (het basisaanbod vanaf 214 jaar). Doelgroeppeuters kunnen totaal vier dagdelen van het peuterwerk gebruik maken. Voor de twee dagdelen basisaanbod geldt de inkomensafhankelijke ouderbijdrage (met BredaPas gratis). De overige twee dagdelen peuterplus zijn gratis. Het peuterpluswerk wordt uitgevoerd op basis van een gestructureerd programma met een doorgaande lijn naar het basisonderwijs. In het kader van de WE-regeling voldoen vooralsnog de programma's Kaleidoscoop en Piramide aan alle criteria. Daarbij wordt gekozen voor één programma in een werkgebied van een samenhangend kluster van peuterspeelzalen en basisscholen. 2

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2001 | | pagina 824