Het peuterpluswerk maakt deel uit van de doorgaande lijn 0-6 jarigen, waarbij wordt gestreefd
naar samenwerking met andere disciplines dan het basisonderwijs teneinde ook de toestroming
van peuters, vroegsignalering van ontwikkelingsachterstanden en opvoedingsondersteuning aan
de ouders te bevorderen.
De peuterplusgroepen werken met twee gekwalificeerde leidsters conform de salarisregeling
zelfstandige peuterspeelzalen van de CAO-Welzijn in groepen van maximaal 17 peuters
(heterogene groepen bestaan uit 20 peuters).
3. INVOERINGSTRAJECT
3.1 Huidige stand van zaken
Breda kent op dit moment een beperkt aanbod peuterpluswerk. Het peuterplus is niet eenduidig
gedefinieerd en voldoet niet helemaal aan de voorwaarden zoals gesteld in paragraaf 2.1. Het bestaat
uit het aanbieden van extra dagdelen peuteropvang, al dan niet met een programmatische aanpak en
al dan niet uitgevoerd in een doorgaande lijn naar het basisonderwijs.
Op twee locaties in Noordoost en Noordwest wordt op de peuterspeelzaal en basisschool reeds
enkele jaren gewerkt met Kaleidoscoop en Piramide. Daarnaast is in het schooljaar 2000-2001 in het
Centrum gestart met de invoering van Kaleidoscoop.
De vijf peuterspeelzalen van Vertizontaal hebben zich, op basis van hun ervaring in het werken met
doelgroepkinderen, ontwikkeld tot een vorm van peuterplus. Ze werken met extra dagdelen en een
programmatische aanpak die zich doorgaans beperkt tot een specifiek programma voor de
peuterspeelzaal.
In Heuvel is enkele jaren geleden La Nina gestart, waarbij een intensieve samenwerking tussen de
peuterspeelzaal (COKB) en de basisschool plaatsvindt.
3.2 Uitbreiding
Op grond van het aantal groepen in onderwijskansenscholen (groep 1 en 2) en de daaraan
gekoppelde peuterspeelzalen is er behoefte om het peuterpluswerk en de doorgaande lijn naar de
basisschool uit te breiden tot tenminste 61 groepen. Het gewenste aantal groepen is gebaseerd op
een actuele inventarisatie onder peuterspeelzalen en basisscholen met meer dan 50%
doelgroepkinderen. Naar verwachting neemt deze vraag in de nabije toekomst verder toe mede door
activiteiten die in het kader van de sluitende aanpak 0 tot 6 jaar geïntensiveerd of extra ontplooid
zullen worden.
In het kader van de VVE-regeling zijn middelen beschikbaar voor de uitvoering van het peuterpluswerk
en moeten voor elke f. 30.000,- minstens 15 doelgroepkinderen bereikt worden. De ontvangen WE-
middelen zijn toereikend voor minimaal 36 groepen op jaarbasis. Afhankelijk van de definitieve
subsidie per groep wordt het uiteindelijke aantal groepen bepaald.
Omdat naast de WE-midelen ook middelen in het kader van het onderwijskansen beschikbaar zijn,
kunnen extra groepen per jaar gerealiseerd worden.
Schooljaar 2000-2001
Voor het jaar 2000-2001 kunnen de volgende 14 groepen binnen het kader van de WE-regeling
verantwoord worden:
Peuterspeelzaal de Keettrappertjes en basisschool De Vlier (Noordwest)
Peuterspeelzaal het Fideeltje en basisschool de Weerijs (Centrum)
Peuterspeelzaal de Blokkendoos en basisschool de Liniedoorn (Noordoost)
Peuterspeelzaal la Nina (Zuidwest)
Schooljaar 2001-2002
Op grond van de beschikbare middelen kunnen in het schooljaar 2001-2002 de volgende groepen (46
groepen, inclusief voortzetting groepen uit 2000-2001) starten met peuterplus en een doorgaande lijn
naar de basisschool:
Peuterspeelzalen de Keet, Ukkepuk en Woelwatertjes en basisscholen de Keysersmolen en de
Vlier (Zuidwest)
Peuterspeelzalen het Kaboutertje en Kuikenhof en de basisscholen het Kievitsnest, de Samenloop
en de Wisselaar (Noordoost)
3