Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 16175] Dienst/afdeling: PM onderhandelingsresultaat voorgelegd aan de stadsadvocaat, die in zijn rapportage van eind november heeft bevestigd dat er risico's bij de opdrachtgever liggen. De bouwtechische risico's hebben met name betrekking op de Verrekenbare hoeveelheden dat wil zeggen dat de aannemer zich niet heeft verplicht tot de aan de aangegeven hoeveelheden in het bestek en de Kwaliteit van het ontwerp ofwel de maakbaarheid van het ontwerp. Een van de risico's heeft zich al voorgedaan bij de uitwerking van de spanten. In de raad van 9 november 2000 is bij de behandeling van de begroting 2001 gesproken over het risicovolle ambitieuze ontwerp en over het moeizame traject naar het bepalen van het investeringsvolume en de uiteindelijke start van de bouw. Ook toen heeft de raad het belang van de realisatie van het poppodium onderstreept en tevens geconstateerd dat we er nog niet zijn, gelet op de pm-post in de risico-paragraaf. 20 november 2000 nam de Staatssecretaris een aanvraag ex artikel 3 Monumentenwet 1988 met betrekking tot Keizerstraat ongenummerd te Breda; Chassékazerne, in behandeling. Een onderdeel van de Chassékazerne is de voormalig officierskantine. De aanvraag werd gedaan door de Stichting Keizerstraat (voorheen Werkgroep Keizerstraat). Als gevolg van deze aanvraag kreeg de officierskantine zogenaamde 'voorbescherming' waardoor de werkzaamheden aan de officierskantine direct stop gezet moesten worden. De werkzaamheden aan dit mogelijke toekomstige monument konden nu alleen weer voortgezet worden als een vergunning daartoe op grond van de Monumentenwet bij het college werd aangevraagd. Op 24 november 2000 vond een gesprek plaatst tussen wethouder, architect en aannemer. Aanleiding voor dit overleg was het feit, dat de aannemer en architect de indruk wekten weinig vertrouwen in elkaar te hebben, In dit gesprek heeft de wethouder hen te verstaan gegeven dat de opdrachtgever niet de bemiddelaar is en wenst te zijn voor details in het bouwproces. De architect heeft de directievoering en is de partij waar de aannemer zich allereerst tot richt bij twijfel aan de praktische uitvoerbaarheid van details in het ontwerp en bestek. Vanaf dat moment kan gesproken worden van een goede verstandhouding in een werkbare sfeer. Op 8 december 2000 is de vergunning op grond van de Monumentenwet door het college verleend; waarna, met behulp van een voorlopige voorziening bij de President van de Bredase rechtbank, op 12 december weer een aanvang met de werkzaamheden gemaakt kon worden. De herstart is niet volledig aangevangen, omdat voor de kerst en jaarwisseling het niet verantwoord was om ingrijpende sloopwerkzaamheden uit te voeren. Op 3 februari 2001 heeft de officiële handeling voor de eerste paal plaats gevonden. De externe toetsen van Basalt en Peutz hebben geleid tot een inschatting van de problemen die tijdens de bouw moeten worden opgelost. Duidelijk is dat het geen eenvoudig bouwwerk betreft. Voor het oplossen van bouwfysische onduidelijkheden was het noodzakelijk om alsnog externe adviseurs in te schakelen. Om goed inzicht in de problematiek te krijgen is besloten om een aantal proefopstellingen te maken van de binnen- en buitenschil op ware grootte. Aan de hand van de proefopstellingen werd geconcludeerd dat het ontwerp maakbaar is. In de vergadering van de commissie ECG van 6 juni 2001heeft de wethouder de commissieleden naar aanleiding van vragen met betrekking tot de toereikendheid van de post onvoorzien zijn zorg over de complexiteit van het gebouw uitgesproken en hen geïnformeerd over de proefopstellingen. Over de toereikendheid van de post onvoorzien kon nog geen uitspraak worden gedaan. De voorbereiding voor deze voortgangsrapportage was nog in volle gang. Inmiddels is op 15 juli jongsleden is het hoogste punt bereikt. 2. Gevolgen bouwvertraging De periode tussen contractondertekening en daadwerkelijke start van de bouw heeft door interpretatieverschillen, bezwaarprocedures en stilleggen bouw, veel langer geduurd dan indertijd is beoogd, waardoor de start bouw niet op 1 mei 2000 kon worden aangevangen. In de periode die hierop volgde is veel energie gestoken in het beperken van verdere vertraging. Hierbij heeft bijvoorbeeld een avondzitting plaatsgevonden in de procedure rond de kap van de beuk. Toch kon -3-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2001 | | pagina 840