Drank- en Horecaverordening Breda 2001 Rubriek: OOV Nummer: 0050 2 broodjeszaak: een inrichting waarin geringe etenswaren plegen te worden gebruikt of voor gebruik ter plaatse plegen te worden verkocht of verstrekt, al dan niet gepaard gaande met het verstrekken van alcoholvrije drank, met dien verstande dat zodanige inrichting uitsluitend gelegen is in de Vismarktstraat, Reigerstraat, Korte Brugstraat, Lange Brugstraat, Tolbrug- straat, Visserstraat, Torenstraat of Schoolstraat of op de Grote Markt, Kerkplein, Havermarkt of Haven. 3 nachtzaak: een inrichting in de zin van artikel 1, 18 lid van de Drank- en Horecawetwaarvoor een vergunningsplicht als bedoeld in artikel 3 van de Drank- en Horecawet geldt en waarbij als onderscheidend criterium ten opzichte van overige horeca geldt dat op deze zaken een ander openingstijdenregime, zoals bedoeld in artikel 15 lid 1 sub b, van toepassing is. 4 leidinggevende: a degene die, algemene of onmiddellijke leiding geeft aan de uitoefening van een bedrijf in een inrichting; b de natuurlijke persoon of de bestuurders van een rechtspersoon of hun gevolmachtigden voor wiens rekening en risico het bedrijf wordt uitgeoefend. 5 bezoeker: degene die zich in een inrichting bevindt, met uitzondering van: a de leidinggevende(n) en de leden van diens gezin; de niet tot diens gezin behorende bloed- en aanverwanten van de ondernemer(s) en de leidinggevende(n) in de rechte lijn onbeperkt en in de zijlijn tot en met de derde graad; b het dienstdoende personeel; c hen, wier tegenwoordigheid in de inrichting, naar het oordeel van de burgemeester, door dringende omstandigheden wordt vereist; d personen, die vertoeven in een inrichting welke tevens is een inrichting tot verschaffen van nachtverblijf als bedoeld in de verordening op logeer- en kamerverhuurinrichtingen. Artikel 11 Meldingsplicht alcoholvrije 1 Degene die het voornemen heeft een inrichting te exploiteren is verplicht horecabedrijven dit te melden aan de burgemeester, ten minste een maand voorafgaand aan de datum van exploitatie. 2 Degene die een inrichting in exploitatie heeft, is verplicht elke voorge nomen wijziging ten aanzien van het adres van de inrichting en de personalia van de leidinggevende(n) van de inrichting te melden aan de burgemeester, ten minste een maand voorafgaand aan de wijziging. 3 De melding dient plaats te vinden door invulling van een daartoe door de burgemeester bestemd formulier en moet een opgave bevatten van: a het adres van de inrichting; b de datum waarop de exploitatie van de inrichting aanvangt dan wel is aangevangen; c de personalia van de leidinggevende(n) van de inrichting. Gemeenteblad Gemeente Breda Paginanummer 4

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2001 | | pagina 926