Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 16240]
Dienst/afdeling: SBB
Betreft:
Inleiding
Motivering/Toelichting
Voorstel
Agendapuntnummer 12
Aantal bijlagen:
Wegsleepverordening Breda 2002
Op 1 januari 2002 treedt een wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 WVW) en het bijbehorende
Besluit wegslepen van voertuigen hierna: Besluit) in werking. In het Besluit (gepubliceerd op 24 juli
2001) worden nadere regels gesteld over de toepassing van de nieuwe wegsleepbepalingen uit de
WVW.
Als gevolg van deze nieuwe wegenverkeersregelgeving moeten gemeenten die gebruik willen (blijven)
maken van hun bevoegdheid om voertuigen in bepaalde gevallen weg te (laten) slepen en in bewaring
te (laten) stellen een verordening opstellen waarin een aantal zaken wordt geregeld. De Vereniging
van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft in overleg met vertegenwoordigers van het Ministerie van
Verkeer en Waterstaat en een aantal gemeenten, waaronder de gemeente Breda, een model-
wegsleepverordening opgesteld. De gemeente Breda nam eveneens deel aan de VNG-werkgroep die
betrokken was bij de opstelling van het Besluit.
De nu voorgelegde verordening is, mede gelet op de medewerking van onze gemeente aan de
betrokken regelgeving, nagenoeg gelijk aan het VNG-model.
Wij benadrukken dat dit voorstel tot doel heeft om gemeentelijke regelgeving aan de (nieuwe)
nationale regelgeving aan te passen en dat het dus niet gaat om een wijziging van het daadwerkelijke
Bredase wegsleepbeleid.
De Wegsleepverordening Breda 2002 met bijbehorende toelichting vast te stellen, overeenkomstig het
bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte concept.
Op dit moment ligt de bevoegdheid voor het wegslepen en in bewaring nemen van voertuigen bij de
burgemeester. Deze heeft hiertoe in 1995 de Wegsleepregeling Breda 1995 vastgesteld.
In de toekomst wordt deze bevoegdheid door de regering bij ons college gelegd. Om deze
bevoegdheid goed te kunnen uitoefenen moet uw raad op enkele punten bij verordening nadere
regels stellen.
De voorliggende verordening is beperkt qua omvang. Er zijn alleen die bepalingen opgenomen die
noodzakelijk zijn voor een adequate toepassing van de bevoegdheid tot het wegslepen en in bewaring
stellen van voertuigen. De verordening beperkt zich daarom feitelijk tot bepalingen over de aanwijzing
van wegen, de bewaarplaats en de hoogte van het tarief. Wel is een uitgebreide toelichting bij de
verordening opgenomen waarin zaken worden verduidelijkt.
Voor de duidelijkheid wijzen wij er op dat er naast de voorgelegde wegsleepregeling (die betrekking
heeft op "fout-parkeren") ook een "fiscale wegsleepregeling" is (die betrekking heeft op betaald
parkeren), welke opgenomen is in de Verordening parkeerbelasting Breda 2000. De inliggende
verordening heeft geen betrekking op deze laatste regeling.
De komende wijzigingen van de wegenverkeerswetgeving hebben vooral formele consequenties en
leiden niet tot wijziging van het beleid.
Kort stippen wij hieronder de vier voornaamste wijzigingen aan ten opzichte van de huidige situatie.
Werkingsgebied
De mogelijkheid om te slepen in het belang van de veiligheid op de weg of de vrijheid van het verkeer
blijft bestaan. Met de wijziging van de landelijke regelgeving wilde de regering gemeenten echter de
mogelijkheid bieden om ook te slepen om een andere reden, namelijk om wegen en weggedeelten vrij
te houden. Het gaat dan vooral om plaatsen die op zich zijn geschikt voor parkeren, maar waar in het
-1-