Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 16174] Dienst/afdeling: JZ Ten aanzien van het gestelde door reclamanten over de mogelijke brandgevaarlijkheid overwegen wij het volgende. Bij de gehele procedure is de externe veiligheid alsmede de brandveiligheid ingebouwd in de beoordeling. De brandweer is altijd betrokken en moet adviseren bij het afgeven van een bouwvergunning. Ten aanzien van de doorrijhoogte is het gebouw zo gesitueerd dat de onderkant van het kantoorgebouw 40 cm hoger is dan de onderkant van de tunnelbak, zodat geen extra gevaar ontstaat van auto's en vrachtauto's welke zouden komen vast te zitten. De onderkant van het gebouw krijgt een brandwerende bekleding en het duurt 90 minuten voordat deze eventueel vlam vat. In het "Besluit Milieu-effectrapportage" (een Algemene Maatregel van Bestuur) zijn activiteiten opgesomd welke mer-plichtig zijn. De bouw van onderhavig kantoorpand is een activiteit die niet als zodanig in de in het besluit opgenomen lijst van activiteiten voorkomt. Derhalve en mede gezien de geringe omvang van de te realiseren bebouwing bestaat er geen MER-plicht. Reeds bij het bestemmingsplan Breda-Zuid is ervoor gekozen op deze locatie het historische lint qua bebouwing te herstellen en te kiezen voor een zorgvuldige invulling van deze locatie. Daarnaast wordt elke bouwaanvraag, en dus ook de onderhavige, voorgelegd aan de commissie Welstand, Architectuur en Monumentenbeleid. Deze commissie bestaat uit onafhankelijke deskundigen binnen het genoemde vakgebied en adviseert het college van burgemeester en wethouder te zijner tijd over het voorgenomen bouwplan. Hierbij beoordeeld zij onder andere of een (voorgenomen) bouwplan past in zijn omgeving. De commsie WAM heeft over het ingediende schetsplan op 31 mei 2000 een positief advies gegeven en acht het plan een positieve bijdrage voor de stad. 31. F. Nooiien. Franklin Rooseveltlaan 12 Samenvatting Reclamant bevreemd het dat zo kort na de vaststelling van het bestemming al een wijzigingsprocedure gevoerd moet worden. Zij vinden dat het bouwplan aangepast moet worden aan het bestemmingsplan en niet dat het bestemmingsplan aangepast moet worden aan het bouwplan. De noodzaak van aanpassing van het bestemmingsplan is niet aangetoond. Gesteld wordt weliswaar dat het nodig is in verband met de draagconstructie over de weg, doch dan moet de architect maar zoeken naar een goede constructeur. Gesteld wordt bij de inspraakreacties dat het realiseren van en parkeergarage op maaiveldniveau ongewenst is, terwijl reclamanten dat een subjectieve en zwakke motivatie vinden en dat hierin juist voor de architect een uitdaging ligt. Om parkeerproblemen op het Oranjeplein te voorkomen kan de ingang van de parkeergarage aan de noordzijde via de bestaande Johan Willem Frisolaan gemaakt worden. De uitrit kan aan de zuidelijk gelegen parallelweg gerealiseerd worden, zodat op het Oranjeplein geen veranderingen noodzakelijk zijn. Reclamant vindt dat te makkelijk over de parkeerproblematiek heengestapt wordt. Ook zonder het kantoor is er reeds een parkeerprobleem en niet voor niets is in de randvoorwaarden van het bestemmingsplan "parkeren op eigen terrein" als randvoorwaarde opgenomen. Bovendien zijn de extra aan te leggen parkeerplaatsen onvoldoende voor een dergelijk kantoor. Alle onderdelen van deze zienswijze zijn reeds bij de hierboven genoemde reclamanten aan de orde geweest en wij verwijzen dan ook naar het aldaar gestelde. 61 t/m 69. Bewoners Saksen Weimarplein Samenvatting Reclamanten hebben bezwaar tegen de voorgestelde parkeeroplossing. Ervaring leert dat bezoekers zo dicht mogelijk bij de bestemming parkeren. Het huidige parkeerprobleem in de omgeving van het Motivering -7-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2001 | | pagina 965