Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 16440]
Dienst/afdeling: RO
route via de Valkenstraat naar het centrum en aan de noordzijde langs het spoor naar Oosterhout
heeft dan ook de voorkeur. Voor het stedelijk openbaar vervoer geldt een kwaliteitsverbetering
volgens de Openbaar Vervoer Nota, waarbij de frequentie op een groot aantal lijnen verhoogd wordt
tot 4 maal per uur en er betere verbindingen komen (o.a. Prinsenbeek). Op belangrijke punten worden
"sterhaltes" gerealiseerd. Parkeerbeleid is ondersteunend voor de kansen van het openbaar vervoer.
Ook het treinverkeer van en naar Breda groeit en op termijn zijn er mogelijkheden voor een
Brabantstadspoor tussen de Brabantse steden.
Fietsers van deur tot deur
Met het uitbreiden van de functies in het stedelijk gebied groeit het fietsverkeer sterk. Als de faciliteiten
voor het fietsverkeer verbeterd worden is deze groei nog sterker. Daarmee kan Breda versterken en
op een gelijk niveau komen in vergelijking met andere steden. Het gaat er om de voorzieningen voor
de fiets zo aantrekkelijk te maken dat er 'vanzelf' gebruik van wordt gemaakt. Het volledig voltooien
van het hoofdfietsnetwerk is daarom een voorwaarde. Dit geldt zowel voor de routes van buiten naar
binnen als de routes van wijk naar wijk. Dit betekent dat bestaande routes moeten worden afgerond
en bijvoorbeeld worden doorgetrokken tot in het centrum en het station. Van deur tot deur. Op veel
plekken en bijvoorbeeld in de verblijfsgebieden kan de fietser voorrang krijgen. Waar dit niet kan,
bijvoorbeeld bij de kruising van stadsontsluitingswegen, zijn ongelijkvloerse kruisingen voor de fietser
kunnen op de middenlange termijn een oplossing vormen. Hiermee ontstaat extra comfort en
veiligheid voor het fietsverkeer en wordt ook de afwikkeling van het autoverkeer verbeterd.
Onderzocht moet worden hoe deze ongelijkvloerse oversteken zo goed mogelijk ingepast kunnen
worden. Goede stallingen op de juiste plekken zowel bewaakt als onbewaakt sluiten hier op aan.
Daarbij gaat het niet alleen om stallingen in het centrum en bij het station, maar ook om voorzieningen
bij bedrijven en (wijk-)voorzieningen op andere plekken in de stad.
Hierbij dient opgemerkt te worden dat hier nadrukkelijk wordt gesproken over fietsverkeer en niet over
bromfietsers. Voor bromfietsers wordt zoveel mogelijk uitgegaan van gebruik van de rijbaan. In stap 3
zal worden aangegeven waar bromfietsers medegebruik kunnen en of moeten maken van de
fietsvoorzieningen.
Ontwikkeling van het Zuidelijk Vervoerknooppunt
Breda ontwikkelt zich tot zuidelijk vervoerknooppunt. De nieuwe infrastructuur van A16 en HSL biedt
hier alle aanleiding toe. De verbinding van de HST-shuttles met de Randstad en België is de motor
voor de ontwikkeling van nieuwe activiteiten in de Spoorzone. In het hartje van de stad ontstaat een
nieuw centrum dat, mits de juiste keuzen gemaakt worden, optimaal bereikt kan worden met alle
vervoerwijzen. Voor het autoverkeer met een eigen route vanaf de noordelijke rondweg via de
Belcrumweg waarop Spoorzoneverkeer absolute prioriteit krijgt. Voor het openbaar vervoer via de
hoogwaardige openbaar vervoer verbinding naar Oosterhout en Etten-Leur en de keuze voor eigen
infrastructuur voor het openbaar vervoer op de as Markendaalseweg - Oostflank - station. Voor de
fietser doordat nieuwe fietspaden direct worden aangesloten op de terminal. Voor de voetganger en
fietser doordat op de "rode loper" tussen binnenstad, het station en Belcrum een vrije route wordt
gerealiseerd.
Het zuidelijk vervoerknooppunt betreft niet de Spoorzone alleen. Ook voor de economische functies in
de stad op de bedrijventerreinen en langs de stedelijke assen is het functioneren van de stedelijke
hoofdwegen van groot belang. De stedelijke hoofdwegen vormen daarmee de schakel tussen de
internationale verkeersaders en de Bredase bedrijvigheid.
Verbindingen met de regio krijgen vorm via de verbindende openbaar vervoerlijnen en het HOV over
de stedelijke assen. Op termijn is met de realisatie van Brabantstadspoor een groter regionaal
openbaar vervoerbereik mogelijk. De regionale bereikbaarheid voor het autoverkeer wordt verder
versterkt door nieuwe technieken op de ruit van snelwegen en de stadsontsluitingswegen in te zetten
om bezoekers op de juiste plek de stad in te leiden.
In alle woongebieden staat het leefklimaat voorop
Grote delen van de stad zijn woon- en leefgebieden Zij worden ingericht als 30 km gebieden. Op
wijkontsluitingswegen en bij concentraties van voorzieningen in de wijken,wordt meer ruimte gegeven
aan het langzaam verkeer en de voetganger in het bijzonder. Nieuwe oversteekplaatsen bil
bijvoorbeeld de winkelcentra verhogen hier de leefbaarheid en veiligheid in de directe leefomgeving.
Een bijzondere uitwerking moet er komen voor wegen in woongebieden met hoofdfietsroutes,
busroutes of een ongewoon hoge verkeersdruk. Verblijven als belangrijkste kwaliteit in het gebied blijft
;gangspunt.
-3-