Gemeente Breda
Raadsbesluit
Registratienr: 19705]
Dienst/afdeling: BEL
Artikel 1
Artikel 2
Artikel 3
Artikel 4
De raad van de gemeente Breda;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders en met overname van de daarin
vermelde overwegingen;
gelet op artikel 226 van de Gemeentewet;
besluit:
vast te stellen de volgende 'Verordening hondenbelasting Breda 2003'.
Belastbaar feit
Onder de naam "hondenbelasting" wordt een directe belasting geheven op honden die binnen de
gemeente worden gehouden.
Belastingplicht
1. Belastingplichtig is de houder van een hond.
2. Als houder wordt aangemerkt degene die onder welke titel dan ook een hond onder zich heeft,
tenzij blijkt dat een ander de houder is.
3. Het houden van een hond door een lid van het huishouden wordt aangemerkt als het houden van
een hond door een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde
gemeenteambtenaar aan te wijzen lid van dat huishouden.
Vrijstellingen
De belasting wordt niet geheven ter zake van honden:
a. die uitsluitend dienen om blinde personen te leiden;
b. die door de "Stichting Hulphond Nederland" als gehandicaptenhond aan een gehandicapte ter
beschikking zijn gesteld;
c. die verblijven in een hondenasiel als bedoeld in artikel 1onder c, van het Honden- en
kattenbesluit 1999, welk asiel is opgenomen in het centraal register bedoeld in artikel 5, tweede
lid, van genoemd besluit;
d. die uitsluitend ten verkoop in voorraad worden gehouden in een bedrijfsinrichting als bedoeld in
artikel 1, onder b, van het Honden- en kattenbesluit 1999, welke inrichting is opgenomen in het
centraal register bedoeld in artikel 5, tweede lid, van genoemd besluit;
e. die jonger zijn dan drie maanden, voor zover zij tezamen met de moederhond worden gehouden.
Maatstaf van heffing
De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden.