Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 17492]
Dienst/afdeling: AB
Op 12 oktober 2001 is aan de makelaar opdracht gegeven de Bredase polis aan te besteden na
instemming daarvoor van de afdeling Onderwijs/Welzijn van het Accommodatiebedrijf. Op 2 november
2001 is de advertentie geplaatst en op 17 december verstreek de aanmeldingstermijn. Op dat moment
hadden drie partijen zich gemeld. De prolongatienota is in de laatste week van 2001 aan de gemeente
Breda verzonden. Er zijn enkele weken nodig geweest bij Marsh B.V. om de nodige contracten te
doen ondertekenen. Op 3 januari 2001 is de prolongatienota ter behandeling bij het
Accommodatiebedrijf binnengekomen. Op dat moment is de sterke premiestijging gemeld en is naar
bewind van zaken gehandeld. Na het moment van aanbesteding heeft Marsh B.V. geen nadere
mededeling over de te verwachten resultaten gegeven. Dit kon ook niet gezien het sluiten van de
inschrijvingstermijn van 17 december. Er is gedurende deze periode geen enkele terugmelding van
Marsh B.V. geweest over de te verwachten premie.
Het is voor de gemeente niet mogelijk geweest eerder dan 3 januari 2002 de uiteindelijk te betalen
premie te kennen, omdat premiestelling buiten de staande tarieven afhankelijk is van de groepering
van schadepercentages waarbinnen verzekeraars een gemeente wensen te verzekeren.
Voor Breda betekent de uitslag van de Europese aanbesteding voor 2002 een stijging van de premie
voor brand en uitgebreide gevaren een verhoging met 332.466,51
De kosten voor de bij Centraal Beheer lopende glasverzekering zijn voor onderwijsgebouwen
gestegen tot 139.922,85. De stijging voor de glasverzekering bedraagt 48.688,98. Hier wordt de
stijging veroorzaakt door het in 2001 sterk stijgende aantal vernielingen aan glas in scholen en en
stijging van de administratiekosten die Centraal Beheer maakt voor het verwerken van de schades.
De premiestijging voor de giaspolis is al in september 2001 bekend gemaakt.
Deze premiestijging voor het jaar 2002 is voor zover het betreft de brand en uitgebreide gevaren
verzekering tot een bedrag van 318.222,32 onvoorzien (het betreft het gedeelte van de
premiestijgijng, dat uitgezonderd de premiestijging voor de glasverzekering, uitstijgt boven
€453.780,22.
Gezien het feit dat het niet verzekeren van de onderwijsgebouwen en inventarissen voor de gemeente
een onverantwoord financieel risico met zich brengt, de organisatie van de gemeente niet berekend is
op het zelf verwerken van schades en bovendien de gemeente op grond van de bestaande wetgeving
de verplichting heeft schades aan schoolgebouwen en -inventarissen te vergoeden is de
premiestijging onvermijdbaar. Het moge duidelijk zijn, dat het verzekeren van dergelijke risico's
tevens onuitstelbaar is.
In principe komen kosten voor verzekering ten laste van het budget voor huisvestingsvoorzieningen
onderwijs. Uit dit budget worden de volgende kosten betaald:
1. Kosten van huisvestingsvoorzieningen, zijnde investeringen, waarvan de lasten, rente en aflossing
ten laste van het budget worden gebracht.
2. Kosten van voorzieningen voor buitenonderhoud.
3. Kosten voor verzekeringen.
4. Kosten voor onroerend zaak belasting.
5. Kosten voor het beschikbaar stellen van gymnastiekaccommodatie en eventueel vervoer van
leerlingen, dat in het verlengde hiervan moet plaatsvinden.
Post 1 met name is de omvangrijkste. Het budget op dit onderdeel staat om meerdere redenen sterk
onder druk, vooral ook omdat ministeriële uitkeringen geen pas houden met noodzakelijke middelen.
Overigens geldt dit ook voor de post verzekeringen. Bovendien worden in de naaste toekomst
investeringen tot een veel hoger niveau dan op dit moment verwacht. De premiestijging daarom
afwentelen op dit budget is daarom niet verantwoord.
-2-