Gemeente Breda Registratienr: 17479
- In Europa, c.q. Nederland bestaat reeds lang een significante splitsing tussen vervoer en opslag.
Van oudsher zijn er specifieke verpakkingsbedrijven (zoals WSW-bedrijven) die opdracht kregen voor
verpak- en ompakactiviteiten van productiebedrijven en handelsondernemingen. Onder invloed van in
Europa gevestigde Amerikaanse bedrijven en ondernemingen uit de USA zelf, doet de methodiek van
Value Added Logistics de laatste jaren steeds meer opgeld in Nederland. Daardoor wordt aan
klassieke verpakkingsbedrijven steeds vaker de vraag gesteld om ook zorg te dragen voor opslag van
grondstoffen, halffabrikaten en gereed product, alsmede het klantspecifiek afleveren van goederen.
Ook BSW Bedrijven wordt met deze vraag geconfronteerd. Dit jaar nog moesten twee aantrekkelijke
potentiële opdrachtgevers worden afgewezen omdat de opdracht een ruimtebehoefte van circa 2000
palletplaatsen noodzakelijk maakte, dit volume kon binnen de huidige mogelijkheden van BSW
Bedrijven niet worden gevonden. Met een andere opdrachtgever, die eveneens om een aanzienlijke
opslagruimte vroeg, kon toch nog zaken worden gedaan omdat gebruik gemaakt kan worden van de
opslagcapaciteit bij de opdrachtgever zelf. De betreffende opdrachtgever is namelijk de buurman van
BSW Bedrijven en hierdoor zijn een aantal logistieke oplossingen voor handen. Daarenboven wordt
naast de fysieke activiteiten in toenemende mate een beroep gedaan op het regelend vermogen van
de klassieke verpakkingsbedrijven, omdat deze expertise bij de opdrachtgever steeds meer ontbreekt.
- Zoals reeds onder 1.1. van deze motivering is aangegeven, zal de komende jaren een nog groter
beroep worden gedaan op eenvoudige werksoorten in de productiesfeer. Inpak, ompak en het
aanbrengen van modificaties zijn werkzaamheden die uitermate geschikt zijn voor de doelgroep.
Bovendien is er sprake van een groeiende markt, tenminste wanneer men in staat is in te spelen op
de eisen van het VAL-proces, anders kan men slechts zeer beperkt meedingen. De VAL-markt heeft
voor BSW Bedrijven niet alleen voordelen voor wat betreft de werksoorten die aan de doelgroep
kunnen worden aangeboden. Opdrachtgevers zijn meer bereid een langlopende relatie aan te gaan.
Hierdoor is een betere afstemming van de interne werkprocessen mogelijk en is werk voor langere tijd
gegarandeerd. Bovendien ontstaat door het overnemen van de regelprocessen door BSW Bedrijven
van de opdrachtgevers een zekere afhankelijkheidsrelatie, waardoor de opdrachtgevers niet snel voor
een ander bedrijf zullen kiezen. Immers, door de opgebouwde expertise bij BSW Bedrijven t.b.v. de
opdrachtgevers, is de "opstapdrempel" naar een ander bedrijf vrij hoog.
- BSW Bedrijven opteert daarom voor een veelzijdige benadering van de VAL-markt. Enerzijds VAL-
activiteiten van laag niveau en groot van aantal t.b.v. de Europese markt en VAL-activiteiten voor
grootvolumeproducten t.b.v. de regionale markt. Bovendien wordt gezocht naar meerdere
opdrachtgevers zodat verloop kan worden opgevangen en er sprake kan zijn van
seizoenscomplementaire werkzaamheden. Daarnaast zullen zowel VAL-activiteiten worden
aangeboden via groepsdetachering bij de opdrachtgever zelf, als ook via de productie- en
warehousecapaciteit binnen het eigen bedrijvencomplex.
3. De principekeuze.
Grondslag voor de overwegingen bij de keuze uit de varianten is geweest: de noodzakelijke
kwaliteitsslag ten behoeve van de bestaande gebouwen en infrastructuur, alsook de mogelijkheden
voor de verbetering van de productieprocessen. Van even groot belang was echter de upgrading van
de arbeidsomstandigheden voor de medewerkers.
Na ampel beraad is door de Bestuurscommissie Gesubsidieerde Arbeid in principe gekozen voor
de oplossingsrichting variant 1.2. uit het rapport dit is een verfijning van variant 1
Deze oplossingsrichting is de beste, omdat binnen een aanvaardbaar investeringsniveau een fysieke
situatie ontstaat waardoor BSW Bedrijven de komende jaren goed kan inspelen op de taken die zij
moet uitvoeren en de veranderingen die daarin zullen optreden.
Doorslaggevend argument voor de gekozen variant was het feit dat geen enkele andere variant
voldeed aan de vereiste omvang van magazijnruimten.
Echter, de oplossingsrichting kent nog enkele kwalitatieve nadelen die nadere studie behoefden.
De variant 1.2 is daarom verder ontwikkeld en uitgedetailleerd om te onderzoeken op welke wijze
zoveel mogelijk het hoofd geboden kan worden aan de vermoede nadelen. Tevens is bedrijfsbreed
diepgaand besproken in hoeverre de gekozen variant aansluit bij de eerder geformuleerde wensen en