Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 17370]
Dienst/afdeling: VWLZ
2. Formeel/administratief: de beleidsregels subsidieverstrekking Welzijn en
Arbeidsmarktbeleid.
De wijzigingen hiervan betreffen: het overhevelen van enige inhoudelijke bepalingen rond erkenning
naar de Bijzondere Beleidsregels Subsidieverstrekking Welzijn en Arbeidsmarktbeleid. Daarnaast
heeft er bij enkele omschrijvingen afstemming plaatsgevonden met de Bijzondere Beleidsregels
Sportstimulering Breda 2002.
3. Inhoudelijk/materieel: de bijzondere beleidsregels subsidieverstrekking Welzijn en
Arbeidsmarktbeleid.
3.1. Begripsbepalingen.
In de BBSWA 2002 wordt een aantal begrippen gehanteerd die niet nader zijn gedefinieerd. In de
concept-wijziging BBSWA 2002 is dit aangevuld. Daarnaast zijn de begripsbepalingen die min of
meer verspreid in de BBSWA 2002 voorkomen, centraal opgenomen in het artikel
"begripsbepalingen". Dit verheldert de leesbaarheid voor de aanvrager.
3.2. Explicieter aangeven weiaerinasaronden..
Enkele weigeringsgronden, die ook in de voorgaande jaren zijn gehanteerd, zijn meer expliciet in de
BBSWA opgenomen. Het gaat hier om de volgende:
a. Toegankelijke en adequate andere voorziening.
Gebleken is dat vrij frequent subsidie wordt aangevraagd voor activiteiten die al door een andere
(gesubsidieerde of niet gesubsidieerde) instelling of organisatie worden uitgevoerd.
Dergelijke aanvragen werden, ook onder eerdere regelgeving, afgewezen. Ze zijn ook afgewezen bij
de beoordeling van de aanvragen 2002. Er is hier derhalve geen sprake van nieuw beleid. In de
concept-wijziging BBSWA 2002 is de grond waarop de weigering berust uitsluitend nader
gespecificeerd, door opname van het begrip "toegankelijke en adequate andere voorziening" (BBSWA
art.1:3, lid J en K).
b Afbakening van het begrip "gelijksoortige activiteiten".
In de BBSWA 2002 wordt het begrip "aantal gelijksoortige activiteiten gebruikt als afbakening van het
aantal activiteiten dat middels normbedragen gesubsidieerd kan worden. In de praktijk is gebleken dat
dit een rekbaar begrip is. Om die reden is dit begrip als volgt nader gedefinieerd (art. 5:3, lid 5 en
art.6:3, lid 2):
Activiteiten die gelijktijdig in een zelfde ruimte plaatsvinden en/of
Met een zelfde doel plaatsvinden.
c. Afwijkende subsidievorm voor gebruikers die tevens het barbeheer voeren.
In enkele gevallen komt het voor dat hoofdgebruikers van accommodaties (niet exploitant zijnde) het
barbeheer voeren, en daar ook de revenuen van krijgen. Deze constructie is steeds uitkomst van
recent overleg van de gemeente met het bestuur de (hoofd)gebruiker van de accommodatie. Wij
achten het enerzijds niet aanvaardbaar om deze recent gemaakte afspraken te doorbreken, maar
anderzijds niet redelijk dat de (hoofd)gebruiker van de accommodatie in zo'n geval ook aanspraak kan
maken op gratis huisvesting. Om die reden is opgenomen dat in het geval een gebruiker het
barbeheer voert in die accommodatie en daaruit inkomsten geniet, deze gebruiker geen recht heeft op
gratis huisvesting of subsidie in de huisvestingskosten. Dit is alleen van toepassing voor zover die
revenuen voldoende zijn om de huur/huisvestingslasten volledig mee te betalen. Indien de
huur/huisvestingskosten de revenuen overstijgen zal de gemeente alsnog een aanvullende subsidie
verstrekken, (art. 3:10, lid 2) Het uitgangspunt immers te komen tot gratis huisvesting.
3.3. Huisvestinassubsidie.
Bij het vaststellen van de BBSWA 2002 werd uitgegaan van de gedachte dat in 2002 het
accommodatiebeleid zou zijn uitgewerkt, en ook geïntegreerd zou worden in deze Bijzondere
-2-
mm