1:3. erkenning 1. Burgemeester en wethouders erkennen een organisatie als: a. zij kunnen instemmen met tenminste de volgende onderwerpen in de statuten van de organisatie: aa. de doelstelling van de organisatie; ab. de bestuurlijke en administratieve organisatie; ac. de wijze waarop het bestuur van een vereniging verantwoording aflegt tegenover haar leden en het bestuur van een stichting aan de personen die regelmatig aan de activiteiten deelnemen; ad. het bij liquidatie terugvloeien van de resterende subsidiegelden naar de subsidiegever; ae. de wijze waarop de deelnemers aan de activiteiten en bewonersorganisaties in het betreffende district invloed hebben op het beleid en de uitvoering daarvan, dan wel de wijze waarop de doelstelling wordt vormgegeven. en b. uit de statuten blijkt dat leden van het hoogste gezag binnen een organisatie niet in een arbeidsrelatie staan tot de organisatie. en c. de bij de organisatie betrokken beroepskrachten die met minderjarigen in aanraking komen een positieve verklaring omtrent het gedrag kunnen overleggen aan hun bestuur; en d. de bij de organisatie betrokken vrijwilligers die met minderjarigen in aanraking komen desgevraagd een positieve verklaring omtrent het gedrag kunnen overleggen aan hun bestuur; en e. de organisatie voldoet aan de onderliggende Bijzondere Beleidsregels op het gebied van Sport en/of Welzijn en Arbeidsmarktbeleid. 2. Een erkende organisatie komt in aanmerking voor het ontvangen van een basissubsidie. In het verlengde van de basissubsidie bestaat er de mogelijkheid in aanmerking te komen voor een aanvullende subsidie, zoals bedoeld in artikel 1:4 lid 1 sub bt/mh van deze Beleidsregels. Geen basissubsidie wordt toegekend indien in de aanvullende subsidiesoort al rekening is gehouden met de bestuurlijke apparaatskosten. 3. Erkende organisaties die in aanmerking willen komen voor de in het tweede lid genoemde aanvullende subsidie, dienen een rechtspersoonlijkheid en een volledige rechtsbevoegdheid te bezitten. Burgemeester en wethouders kunnen hierover nadere regels stellen. 4. De verplichting tot het bezitten van een rechtspersoonlijkheid en een volledige rechtsbevoegdheid, zoals gesteld in het vorige lid 3 en de verplichtingen zoals vermeld onder lid 1 sub a en b van dit artikel, zijn niet van toepassing op organisaties die in aanmerking willen komen voor een aanvullende subsidie van maximaal 2.000,- per boekjaar. 5. Een erkenning wordt ingetrokken als een organisatie niet langer voldoet aan de in het eerste lid opgenomen criteria en/of de organisatie niet overeenkomstig haar statuten handelt. Artikel 1:4 subsidiesoorten 1Als soorten van subsidie als bedoeld in artikel 4:21 van de Algemene wet bestuursrecht worden onderscheiden: a. basissubsidie: een subsidie voor erkende organisaties, bestaande uit een vast bedrag als tegemoetkoming in de bestuurlijke apparaatskosten. b. Incidentele activiteitensubsidie: een subsidie om activiteiten van incidentele aard uit te voeren. Het subsidiebedrag is gebaseerd op het ingediende activiteitenplan en de daarop gebaseerde begroting, voor zover deze zijn goedgekeurd door burgemeester en wethouders.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2002 | | pagina 155