10
Hoofdstuk 5 Definitieve vaststelling van de subsidie
Artikel 5:1 aanvraag tot definitieve vaststelling (verslaglegging)
1Als verplichtingen, als bedoeld in artikel 4:37 eerste lid onder f van de Algemene wet
bestuursrecht, leggen burgemeester en wethouders subsidieontvangende organisaties het
volgende op:
a. Organisaties die een incidentele activiteitensubsidie of een materiaalsubsidie ontvangen,
dienen binnen twaalf weken na afloop van de activiteit een financieel en inhoudelijk verslag in
bij burgemeester en wethouders.
b. Organisaties die een investeringssubsidie ontvangen, dienen binnen zesentwintig weken na
voltooiing van de werkzaamheden, die verband houden met de investering, een financieel en
inhoudelijk verslag in bij burgemeester en wethouders.
c. Organisaties die een structurele activiteitensubsidie ontvangen, dienen vóór 1 mei volgend op
het boekjaar een financieel en inhoudelijk verslag in bij burgemeester en wethouders,
alsmede een balans en een toelichting daarop.
d. Organisaties die een budgetsubsidie ontvangen dienen vóór 1 juni volgend op het boekjaar
een financieel en inhoudelijk verslag in bij burgemeester en wethouders. Tevens dienen deze
organisaties vóór 1 september van het boekjaar een tussentijdse rapportage in, waaruit de
voortgang van de activiteiten en de te leveren prestaties blijkt over de eerste helft van het
lopende boekjaar, alsmede een prognose voor het komend halfjaar.
e. Organisaties die een projectsubsidie ontvangen dienen binnen twaalf weken na de
beëindiging van het project een financieel en inhoudelijk verslag in bij burgemeester en
wethouders.
2. Indien de subsidie is verstrekt op basis van normbedragen, en zij het bedrag van 2000 niet
overschrijdt, kan bij de aanvraag tot definitieve vaststelling worden volstaan met het indienen van
Ö&n inhoudelijk verslag waaruit tenmiflste blijkt dat de gesubsidieerde activiteiten hebben plaats
.evonden. Burgemeester en wethouders kunnen desgewenst om nadere inhoudelijke
verslaglegging verzoeken.
3. Het in het eerste lid genoemde financieel verslag bevat een staat van baten en lasten en een
toelichting daarop. Dit financieel verslag c.q. de jaarrekening dient op dezelfde wijze te worden
ingericht als de begroting.
4. Indien de verleende subsidie het bedrag van 2000 te boven gaat, dient het in het eerste lid
genoemde financieel verslag tevens een balans en een toelichting daarop te bevatten.
5. In het inhoudelijk jaarverslag wordt, naast een weergave van de activiteiten en prestaties, verslag
gedaan van de gevolgde werkwijze.
6. Indien de totale verleende subsidie het bedrag van 45.000 te boven gaat is voor de aanvraag
tot definitieve vaststelling tevens artikel 1:6 van deze beleidsregels van toepassing.
7. Bij subsidies zoals bedoeld in lid 6 van dit artikel dient de accountant een verslag uit te brengen
naar aanleiding van diens onderzoek van de jaarstukken en van de administratie van de
organisatie, waarin expliciet is vermeld of de verstrekte voorschotten zijn besteed overeenkomstig
het bepaalde in of krachtens de Algemene Subsidieverordening Breda 1998 en waarin aandacht
wordt besteed aan de rechtmatigheid en doelmatigheid van de besteding van de middelen in
relatie tot de uitgevoerde activiteiten en geleverde producten. Indien het gaat om
subsidiemiddelen die door derden aan de gemeente zijn verstrekt en waarvoor op basis van een
protocol door de gemeente verantwoording moet worden afgelegd, moet de accountant op basis
van de eisen in dit protocol een goedkeurende verklaring afgeven.