1
GEWIJZIGDE BIJZONDERE BELEIDSREGELS SUBSIDIEVERSTREKKING WELZIJN EN
ARBEIDSMARKTBELEID 2002
De raad der gemeente Breda;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.
gelet op het bepaalde in artikel 108, eerste lid juncto artikel 148 van de Gemeentewet;
gelet op het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht;
gelet op het bepaalde in de Welzijnswet 1994;
gelet op het bepaalde in de Algemene Subsidieverordening Breda 1998;
gelet op het bepaalde in de Beleidsregels Subsidieverstrekking Welzijn en Arbeidsmarktbeleid 2002
besluit:
tot vaststelling van:
de gewijzigde Bijzondere Beleidsregels Subsidieverstrekking Welzijn en Arbeidsmarktbeleid 2002.
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Breda in zijn openbare vergadering van
Hoofdstuk 1: Algemeen
Artikel 1:1
In aansluiting op de Beleidsregels Subsidieverstrekking Welzijn en Arbeidsmarktbeleid 2002 zijn dit de
Bijzondere Beleidsregels op de deelonderwerpen:
basissubsidie.
het huisvesten van activiteiten.
het ondersteunen van vrijwilligers
het subsidiëren van activiteiten.
Artikel 1:2 van toepassing verklaring
Deze Bijzondere Beleidsregels zijn van toepassing op alle subsidies op het gebied van Welzijn en,
Arbeidsbeleid, met uitzondering van subsidies in het kader van de Regeling Wijk- en Dorpsraden, de
Regeling Buurtbudgetten, de Regeling Kleinschalige Initiatieven, en overige regelingen waarover de
gemeenteraad een afzonderlijk besluit heeft genomen.
Artikel 1:3 begripsbepalingen
A Welzijnsbeleid gemeente Breda
B. Bijzondere doelgroep:
C. Vrijwilliger:
D. Zelfredzaamheid:
beleid in volgorde van prioriteit gericht op het bevorderen van
a. de zelfredzaamheid;
b. de maatschappelijke participatie;
c. de sociale participatie;
d. (ruimtelijke) mogelijkheden voor ontmoeting, ontspanning en
ontplooiing.
Categorie inwoners van de stad die vanwege leeftijd en/of sociaal
economische status en/of specifieke lichamelijke of psychische
kenmerken kwetsbaar zijn.
Een persoon die niet op grond van een arbeidsovereenkomst en
anders dan beroepsmatig actief is ten behoeve van een instelling of
organisatie.
Het op eigen kracht in het leven kunnen staan en daar richting aan
kunnen geven, zowel in lichamelijk, sociaal-emotioneel als
economisch opzicht.
E. Maatschappelijke participatie:
Het betrekken en betrokken houden van mensen bij de samenleving.
