Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 16913] Dienst/afdeling: JZ Met betrekking tot het claimen van planschade op basis van het thans geldende bestemmingsplan Breda-Zuid merkt de schadebeoordelingscommissie het volgende op. In dit bestemmingsplan heeft het perceel Kortestraat 10 de bestemming "Bedrijfsdoeleinden". Op grond van deze bestemming zijn bedrijven en inrichtingen in de milieucategorie 1, 2 en na vrijstelling 3 (of daaraan gelijkwaardig) toegestaan. Ook is per bedrijf 1 bedrijfswoning toegestaan, mits voldaan kan worden aan de voorkeursgrenswaarde van de Wet geluidhinder en het perceel minimaal 750 m2 omvat. Het terrein mag maximaal tot 70 worden bebouwd en de bebouwing moet binnen het als zodanig op de plankaart aangegeven bouwvlak worden gesitueerd. In de oude planologische situatie kon het perceel van verzoeker met de bestemming "Kleine bedrijven" voor maximaal 55 worden bebouwd met en gebruikt voor ambachts- en handelsbedrijven, geen detailhandel zijnde. Per bedrijf kon ons college een of twee dienstwoningen toestaan. Qua bouwmogelijkheden bevat het nieuwe bestemmingsplan voor verzoeker zowel voor- als nadelen. Voordelig is dat het maximum te bebouwen oppervlak in de nieuwe situatie is vergroot van 55 naar Nadelig is daarentegen dat de maximale bouwhoogte in de nieuwe situatie is beperkt tot 6,60 m en 4,40 m (respectievelijk voor en achter de hoogtescheidingslijn), daar waar in de oude situatie een maximale goothoogte van 4 m toelaatbaar was en na ontheffing 9 m. SAOZ acht dit voor- en nadeel dusdanig dat deze in de gegeven omstandigheden geacht kunnen worden elkaar voldoende te compenseren. In dat kader is mede van belang dat de aanvankelijke hogere bouwmogelijkheden, mede gezien de goede staat van de huidige bedrijfsloodsen en de kosten gemoeid met sloop en (hogere) herbouw c.q. verbouwing hiervan, niet geacht kunnen worden een relevante meerwaarde van de onroerende zaak op te leveren. Wat betreft de bouw van de bedrijfswoning is van belang dat in de oude situatie een bedrijfswoning niet bij recht was toegestaan, doch afhankelijk was van een nadere toestemming van ons college. In de nieuwe situatie is 1 bedrijfswoning per bedrijf met een minimale perceelsomvang van 750 m2 toegestaan, dus zonder nadere toestemming. Mede gezien de omvang van het object van verzoeker is het thans mogelijk voor een tweede bedrijf een eigen bedrijfswoning te bouwen. Derhalve is verzoeker ook in dit opzicht redelijkerwijs niet in een planologisch nadeliger positie komen te verkeren. Met betrekking tot een vergelijking tot de gebruiksmogelijkheden onder het regime van het voorheen geldende bestemmingsplan en het thans geldende bestemmingsplan Breda-Zuid wordt het volgende opgemerkt. Voorheen waren ter plekke toegestaan ambachts- en handelsbedrijven. Er was geen sprake van nadere beperkingen in de vorm van een Staat van Bedrijven en Inrichtingen die uitging van een indeling van bedrijven in bepaalde milieucategorieën. In het nieuwe bestemmingsplan Breda-Zuid is de toelaatbaarheid van bedrijven niet langer beperkt tot ambachts-en handelsbedrijven, doch is wel een koppeling gelegd met een Staat van Bedrijven en Inrichtingen. Thans zijn alleen bedrijven toegestaan in milieucategorie 1, 2 en na vrijstelling 3, zoals genoemd in die Staat, alsmede daaraan gelijkwaardige bedrijven. SAOZ stelt allereerst vast dat het niet langer beperkt zijn van het gebruik tot ambachts- en handelsbedrijven voor verzoeker in beginsel voordelig is. Of de beperking tot de milieucategorieën 1 tot en met 3 een nadeel is, hangt af van de vraag of het perceel van verzoeker, gegeven de omvang hiervan en rekening houdend met de ligging ervan op relatief korte afstand van woningen, in de oude planologische situatie redelijkerwijs nog interessant zou zijn geweest voor vestiging van bedrijven in de thans planologisch niet langer toelaatbare categorieën 4 en hoger. Het antwoord op deze vraag luidt ontkennend. Bij milieu-categorie 4 gaat het namelijk om bedrijven die dermate hinderlijk kunnen zijn voor de woonomgeving, dat deze daartoe een minimale afstand van 200 tot 300 m moeten aanhouden. Er liggen echter aan meerdere woningen op afstanden vanaf zo'n 12 m. Zelfs als er van uitgegaan wordt dat het mogelijk zou zijn geweest voor de betreffende bedrijfsactiviteiten ter plaatse een milieuvergunning te verkrijgen, hetgeen ernstig betwijfeld mag worden, dan nog zou geen enkel bedrijf met een milieubelasting in categorie 4 ter plekke enig reëel toekomstperspectief hebben. Hetzelfde geldt eigenlijk ook al voor bedrijven in milieucategorie 3, waarvoor minimale afstanden tot de woonomgeving van 50 tot 100 m gelden. 70 -2-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2002 | | pagina 17