AGENDA VOOR DE TOEKOMST 2001 - 2004 bestuurlijke afspraken tussen de Minister van SZW en de gemeente Breda Op 24 april 2001 hebben Minister Vermeend van SZW en wethouder Bovens namens de VNG de bestuurlijke afspraken in het kader van de 'Agenda voor de Toekomst' ondertekend. De inzet is gericht op een verdere daling van het aantal bijstands-, IOAW- en lOAZ-gerechtigden. De gemeenten Almelo, Arnhem, Breda, Deventer, Dordrecht, Eindhoven, Enschede, Groningen, Haarlem, Heerlen, Helmond, Hengelo, 's-Hertogenbosch, Leeuwarden, Leiden, Maastricht, Nijmegen, Schiedam, Tilburg, Venlo en Zwolle (kortweg bekend als de G21) sluiten zich gezamenlijk aan bij deze inzet. Dit geldt ook voor de gemeenten Alkmaar, Amersfoort, Emmen, Lelystad en Zaanstad (ook de G5 genoemd). De G21 plus deze gemeenten worden hieronder 'de G26' genoemd. Actieve en integrale aanpak noodzakelijk Het cliëntenbestand van de G26 is in de afgelopen periode fors gedaald ^n het cliëntenbestand in het merendeel van de G26 bestaat nu vooral uit personen zonder arbeidsverplichting op grond van leeftijd of zorgtaken, en personen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt (fase 4). Het toeleiden van dit cliëntenbestand naar activering of arbeid kan een kwestie van lange adem zijn en vraagt in ieder geval om een actieve en integrale aanpak. Gezamenlijke aanpak De G26 willen dit gezamenlijk oppakken. Daarom hebben de G26 een plan opgesteld, waarin de aanpak die de G26-gemeenten voorstaan is uitgewerkt. De integrale aanpak heeft betrekking op een breed scala van activiteiten, waarbij ook aangesloten wordt bij de doelstellingen van het Grote Steden Beleid. De G26 willen een extra impuls geven aan activering en uitstroom (ook voor de nieuwe doelgroepen). Ook wordt een impuls gegeven aan het minimabeleid en het handhavingsbeleid. Bij deze aanpak past ook een intensivering van de kinderopvang en ruimte voor experimenten. Het plan van aanpak dat de G26 hebben opgesteld dient als kader voor de verdere uitwerking. Om ook op de lokale situatie toegesneden afspraken te kunnen maken, worden -binnen de kaders van de onderstaande afspraken en het plan van aanpak- nadere individuele afspraken gemaakt tussen SZW en de afzonderlijke gemeenten die deel uitmaken van de G26. Dit wordt per gemeente vastgelegd in de vorm van een beschikking waarin wordt opgenomen: enerzijds de taakstelling voor wat betreft het aantal trajecten en de doelstelling ten aanzien van de uitstroom naar (gesubsidieerd) werk is vastgelegd op basis van de raamovereenkomst; anderzijds de tegenprestatie in rijksmiddelen ten behoeve van de kosten van casemanagement, intensivering kinderopvang en financiële bijdragen voor specifieke projecten en experimenten. Deze afspraken zijn aanvullend op de reeds gemaakte afspraak met gemeenten dat de aanpak van de nieuwe instroom per 2001 sluitend is. Via de sluitende aanpak nieuwe instroom wordt bereikt dat iedereen die een Abw uitkering aanvraagt zoveel mogelijk direct wordt bemiddeld naar werk of adequaat naar werk wordt toegeleid. Breda De opbouw van het cliëntenbestand van Sociale Zaken Breda per 1 januari 2001 is weergegeven in de bijlage. De nieuwe instroom is de laatste jaren geleidelijk afgenomen tot een niveau van ongeveer 1200. Ruim driekwart van de uitkeringsgerechtigden is ingedeeld in fase 4 en 0. Hiervan heeft een groot gedeelte vrijstelling van sollicitatieverplichtingen op grond van leeftijd, zorgtaken of psychosociale factoren. 1

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2002 | | pagina 180