*1 Gemeente Breda Registratienr: 17362] RaadsvoorstelDienst/afdeling: EZ Voldoende (ondergrondse) parkeergelegenheid. 4. De Spoorzone Aandachtspunten voor dit gebied zijn: geen functionele relatie met de binnenstad; stationsgebonden detailhandelsfuncties; buurtwinkelcentrum voor de woonwijken noordelijk van het station; geen cultuur en/of vermaakelementen in de spoorzone: horen in de West-oostflank; logische, interessante looproute tussen station en binnenstad 5. De Inlopers ((Nieuwe) Haagdijk, (nieuwe) Boschstraat, Nieuwe Ginnekenstraat) Aandachtspunten voor dit gebied zijn: belangrijke regionale functie eigen sfeer, ambiance met kansen voor zelfstandige detaillisten/starters/minder courant assortiment; buurtverzorgende functie en functie voor doelgericht kopen; bereikbaarheid en parkeren van essentieel belang. 6. Dwaalmilieu (een op zichzelf staande route rondom het kernwinkelgebied die op verschillende punten contact maakt met de centrale voetgangersassen) Aandachtspunten voor dit gebied zijn: specifiek voor Breda door onder andere wisselende sferen (St. Janstraat monumentaal); handhaven en versterken; zelfstandige ondernemingen, antiek, kunstnijverheid, woninginrichting, restauratieve horeca; promotie 7. Wilhelminastraat Ginnenkenweg Aandachtspunten voor dit gebied zijn: positief benaderen: is meerwaarde voor de stad; apart stuk kwaliteit door hoogwaardig aanbod in monumentale panden; bovenlokale trekkracht Er is specifiek gekeken naar de mogelijkheden voor de zelfstandige ondernemer. Het relatief beperkt aantal puur zelfstandige winkeliers in de binnenstad is geen specifiek Bredaas verschijnsel, maar een landelijk gegeven. De inlopers en het dwaalmilieu bieden de zelfstandige ondernemer de beste mogelijkheden. Detailhandel op perifere locaties (subcentra) Het tot nu toe gevoerde beleid op het gebied van Perifere en Grootschalige Detailhandel (PDV/GDV) is met het uitkomen van de Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening komen te vervallen. De verruiming die de Vijfde Nota biedt ten aanzien van het PDV/GDV beleid maakt het noodzakelijk te bepalen welke detailhandel op perifere locaties zal worden toegestaan en onder welke voorwaarden. In de Vijfde Nota wordt over de 'specifieke' milieus (zoals subcentra op perifere locaties) gezegd dat deze aanvullend en niet concurrerend dienen te zijn voor de centrummilieus. De ontwikkeling ervan, - uitsluitend binnen de rode contouren- dient te worden beheerst om te voorkomen dat activiteiten weglekken uit andere milieus. De gemeente Breda kiest ervoor de Vijfde Nota op hoofdlijnen te volgen en daarmee voor een verruiming van toelaatbare branches op perifere locaties. Daarbij wordt gestreefd naar concentratie. Uitgangspunt voor deze verruiming is dat in eerste instantie wordt aangegeven welke detailhandel niet is toegestaan op perifere locaties, namelijk: branches in dagelijkse artikelen (boodschappen, dagelijkse verzorging); branches gericht op recreatief winkelen en impulsaankopen; Motivatie: winkels op het gebied van dagelijkse artikelen zijn voorbehouden aan buurt-en wijkwinkelcentra vanwege de gewenste basisvoorziening op acceptabele afstand in woongebieden. Winkels gericht op recreatief winkelen en impulsaankopen horen thuis in de binnenstad en zijn ook het meest gebaat bij een locatie met een brede attractiviteit en grote bezoekersstromen. In de nota wordt ook een opsomming gegeven van de branches die dan wel zijn toegestaan. Voor bijzondere gevallen, bijvoorbeeld voor nieuwe formules of voor grootschalige formules die niet in de binnenstad maar wel een aanwinst voor de stad, kan ontheffing worden verleend, advies van een in te stellen permanent functionerende Branche-Overleg. -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2002 | | pagina 195