Gemeente Breda bijlage 1. Toelichting behorende bij het raadsvoorstel 'Eind-accoord verkoop aandelen Intergas'. Inleiding Bij raadsbesluit van 22 februari 2001 heeft uw Raad ingestemd met de verkoop van aandelen Intergas aan WFG AG, thans genaamd RWE Gas A.G.("Koper"). Ter inzage bij dit raadsvoorstel liggen het oude raadsvoorstel en besluit inzake de verkoop, de Motie Crone en de Ministeriële Beleidsregels privatisering regionale energiebedrijven ("Beleidsregels"). Voor de volledigheid is bij dit raadsvoorstel tevens een overzicht opgenomen van alle gehanteerde begrippen en afkortingen. Tijdens de Algemene Vergadering van Aandeelhouders Intergas op 29 maart 2001is door alle gemeenten aandeelhouders bevestigd c.q. besloten om hun aandelen in Intergas aan te bieden aan Koper tegen de in de overeenkomst met Koper van gelijke datum vastgelegde condities en voorwaarden. Sedertdien heeft de Nederlandse overheid nadere eisen gesteld aan de inrichting en privatisering van netwerkbedrijven middels de Motie Crone (in april 2001) en vervolgens door de uitwerking van de Beleidsregels van 10 juli 2001. Deze regels hebben het verkrijgen van juridisch eigendom van het gasnetwerk door Koper onmogelijk gemaakt en hebben voorts onder meer enige consequenties op fiscaal gebied. Dit heeft op enkele punten geleid tot heronderhandeling met Koper over de condities en voorwaarden van de verkoop van de aandelen Intergas aan Koper. Heronderhandelingstraject Bij de eerdere beoordeling door de verkopend aandeelhouders van het bod van Koper is uitgebreid stilgestaan bij de overwegingen met betrekking tot verkoop. Aan de orde zijn geweest de belangen van Intergas' klanten (de burger), Intergas' medewerkers, Intergas als onderneming en de positie van de gemeenten als aandeelhouders. De toenmalige argumenten pro verkoop gelden nog altijd onverkort, zoals hieronder kort zal worden uiteengezet. 1Voor de klanten zijn twee elementen relevant. Dit zijn de prijs van het gas zelf en de zekerheid van fysieke aflevering ("distributie") van gas tegen een betaalbare prijs. Vanwege het monopolistische karakter van de distributie is deze gereguleerd, waardoor de prijs hiervan wordt bewaakt door de Dienst uitvoering en toezicht Energie ("Dte"). Het tarief over 2001 was gelijk aan dat van 2000 en zal over de jaren 2002 en 2003 jaarlijks met 5,3% dalen. De verkoop van gas en daarmee de keuze van een leverancier wordt voor de burger in 2004 vrij, waarna deze zelf de keuze kan maken tussen concurrerende leveranciers. Tot die tijd worden de tarieven goedgekeurd door de Minister van Economische Zaken. Tevens is deze keuzevrijheid reeds nu een belangrijke drijfveer voor het verhogen van de dienstverlening en het uitbreiden van het pakket aan producten en diensten. Privatisering van Intergas zal deze twee voor de burgers belangrijke elementen dus niet belemmeren. 2. De positie van Intergas' personeel zal door de verkoop aan Koper niet slechter maar beter worden. Koper heeft in het verkoopcontract het behoud van de werkgelegenheid gegarandeerd. Tevens wordt door Intergas een groei van de werkgelegenheid voorzien door de verbreding van het pakket van producten en diensten door synergie met Koper. In aanvulling hierop wordt de positie van Intergas als aantrekkelijke werkgever versterkt. Indien Intergas "stand alone" zou blijven moet verwacht worden dat de concurrentiedruk door de liberalisering zal toenemen. 3. Intergas zelf staat voor grote veranderingen. De belangrijkste komen voort uit de, door de liberaliserende markt noodzakelijk wordende investeringen (o.a. in het uitbreiden van het product- en servicepakket en informatie- en communicatietechnologie), de verbetering van de inkooppositie (als onderdeel van een groot concern met grote inkoopkracht) en het verder verhogen van de efficiëntie als nodig in verband met de tariefregulering door de Dte, waarbij gebruik gemaakt kan worden van de expertise van Koper. Zonder de verkoop aan Koper zou Intergas dergelijke noodzakelijke veranderingen niet kunnen realiseren. 4 Voor de aandeelhouders is van belang dat de huidige winstgevendheid van Intergas als alleenstaande onderneming sterk onder druk staat doordat meer moet worden geïnvesteerd in nieuwe producten en diensten, door het verhogen van de kwaliteit van dienstverlening, door een hoger algemeen kostenniveau (inflatie en stijging van de loonkosten), door reducties van de distributietarieven door de Dte-regulering (in 2001 geen verhoging voor algemene kostentoenamen en verlagingen in 2002 en 2003 met 5,3%) en de verslechtering van de verkoopmarges als gevolg van het ontstaan van concurrentie en op termijn het effect van de heffing van vennootschapsbelasting. -1-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2002 | | pagina 207