Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 17284] Dienst/afdeling: JZ Betreft: Inleiding Voorstel Motivering/Toelichting Agendapuntnummer 5 Aantal bijlagen: - Het toekennen van een verzoek om planschadevergoeding op grond van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Op 14 oktober 1999 en aangevuld bij brieven van 6 december 1999 is ingekomen een verzoek om planschadevergoeding van de erven J. van Dijk-Pals, p/a Strijbeekseweg 21 a te Ulvenhout. Verzoekers claimen als gevolg van de realisering van een tuindersbedrijf naast de woning Strijbeekseweg 21 a en de realisering van een tuinplantenkwekerij met bedrijfswoning op het perceel Strijbeekseweg 16 a te Ulvenhout, een waardedaling van hun onroerend goed. Bij brief van 28 januari 2000 is aan de schadebeoordelingscommissie, de Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken te Rotterdam, opdracht verleend om over het ingediende planschadeverzoek advies uit te brengen. Te besluiten tot het toekennen aan verzoekers van planschade op grond van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, een en ander overeenkomstig het bij dit voorstel behorende concept raadsbesluit. Op 30 oktober 2001 is het definitieve advies van de schadebeoordelingscommissie ingekomen. Het integrale advies is voor uw raad in het agenda-dossier ter inzage gelegd. De schadebeoordelingscommissie komt tot de conclusie, dat verzoekers door de realisering van een tuinplantenkwekerij met bedrijfswoning op het adres Strijbeekseweg 16 a te Ulvenhout, in een planologisch nadeliger positie zijn komen te verkeren, waardoor de waarde van hun onroerend goed aan de Strijbeekseweg 21 a te Ulvenhout is gedaald. Op de gronden waarop de tuinplantenkwekerij is gebouwd rust volgens het bestemmingsplan Buitengebied Nieuw-Ginneken, zoals dat werd vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente Nieuw-Ginneken in zijn vergadering van 23 december 1996, de bestemming "agrarisch gebied met landschappelijke waarde". De gronden zijn voor de volgende doeleinden bestemd: duurzaam agrarisch grondgebruik en agrarische bedrijfsuitoefening; behoud en/of herstel van de landschappelijke waarde en extensief recreatief gebruik. De bebouwing is beperkt tot teelt-ondersteunende voorzieningen in de vorm van tijdelijke kassen of tunnels, voorzieningen in de vorm van een gebouwtje ter bescherming van beregeningsinstallaties, met een oppervlak van maximaal 4 m2 en een hoogte van maximaal 1,50 meter hoog en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van het agrarisch grondgebruik en in de vorm van voorzieningen ten behoeve van het extensief recreatief gebruik. Voor het gebied waarop de tuinplantenkwekerij annex woonhuis is gerealiseerd, werd bij besluit van ons college van 10 maart 1998 een agrarisch bouwblok aangewezen. Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant hebben bij besluit van 19 mei 1998 dit wijzigingsplan goedgekeurd. Voor de realisering van de tuinplantenkwekerij met bedrijfswoning werd op 30 juni 1998 bouwvergunning verleend. Door de wijziging van de voorheen geldende bestemming "agrarisch gebied met landschappelijke waarde" in de bestemming "agrarisch bouwblok" werd de oprichting van gebouwen tot 10 meter maximale hoogte mogelijk alsmede de bouw van een bedrijfswoning tot 750 m3. Verzoekers worden thans geconfronteerd met een bebouwing aan de overzijde van de weg, waardoor het vrije uitzicht wordt geblokkeerd en een toename van verkeer plaatsvindt door de bezoekers van de tuinplantenkwekerij. Tevens vindt een intensivering plaats van het gebruik van de betreffende gronden met de daarbij horende vormen van overlast zoals geluidshinder. De woonomgeving verliest aldus een deel van haar open karakter. -1-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2002 | | pagina 21