9 7. Heeft een lid zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing nog herstellen voordat het volgende lid gestemd heeft. 8. Bemerkt het lid zijn vergissing pas later, dan kan hij nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt wel aantekening vragen dat hij zich heeft vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering. 9. De voorzitter deelt de uitslag na afloop van de stemming mede, met vermelding van het aantal voor en tegen uitgebrachte stemmen. Hij doet daarbij tevens mededeling van het genomen besluit. Artikel 32 Stemming over amendementen en moties Indien één of meer leden stemming vragen over een op een aan de orde zijnd onderwerp tijdens de beraadslagingen ingediend(e) amendement, sub-amendement en/of motie, geschiedt die stemming bij hoofdelijke oproeping naar de volgorde der namen op de presentielijst met dien verstande dat een stemming over een amendement, sub-amendement en/of motie, in de volgorde door de voorzitter te bepalen, vooraf gaat aan de besluitvorming over het onderwerp zelf. Artikel 33 Stemming over personen 1Wanneer een stemming over personen voor het doen van een voordracht of het opstellen van een voordracht of aanbeveling moet plaatshebben, benoemt de voorzitter uit de ter vergadering aanwezige leden drie stemopnemers, die tezamen het stembureau vormen; het eerst aangewezen lid fungeert als voorzitter. 2. Het in het eerste lid bedoelde stembureau treedt eveneens op als in dezelfde vergadering naar aanleiding van nog andere aan de orde te stellen onderwerpen schriftelijk moet worden gestemd. 3. leder ter vergadering aanwezig lid dat zich niet op grond van de Gemeentewet van stemming moet onthouden is verplicht een stembriefje in te leveren. De stembriefjes dienen identiek te zijn. 4. Er hebben zoveel stemmingen plaats als er personen zijn te benoemen, voor te dragen of aan te bevelen. De vergadering kan op voorstel van de voorzitter beslissen dat bepaalde stemmingen worden samengevat op één briefje. 5. De stembriefjes worden in een stembus verzameld. 6. Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal leden dat ingevolge het derde lid verplicht is een stembriefje in te leveren. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden. 7. a. De stembriefjes worden door de voorzitter van het stembureau geopend en voorgelezen. b. De inhoud van de stembriefjes wordt door de twee andere stemopnemers nagezien en door hen, onafhankelijk van elkaar, opgetekend. 8. Voor het bepalen van de volstrekte meerderheid als bedoeld in artikel 30 van de Gemeentewet worden geacht geen stem te hebben uitgebracht die leden die geen behoorlijk stembriefje hebben ingeleverd. Onder een niet behoorlijk ingevuld stembriefje wordt verstaan: een blanco ingevuld stembriefje; een ondertekend stembriefje; een stembriefje waarop meer dan één naam is vermeld, tenzij de stemming verschillende vacatures betreft; een stembriefje waarbij, indien het een benoeming op voordracht betreft, op een persoon wordt gestemd die niet is voorgedragen; een stembriefje waarbij op een andere persoon wordt gestemd dan die waartoe de stemming is beperkt. 9. In geval van twijfel over de inhoud van een stembriefje beslist de raad, op voorstel van de voorzitter. 10. Onder de zorg van de griffier worden de stembriefjes onmiddellijk na vaststelling van de uitslag vernietigd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2002 | | pagina 238