11 Hoofdstuk 4: rechten van leden Artikel 36 Amendementen 1. leder lid kan tot het sluiten van de beraadslagingen amendementen indienen. Ook kan hij voorstellen, een geagendeerde voorgestelde beslissing in één of meer onderdelen te splitsen, waarover afzonderlijke besluitvorming zal plaatsvinden. Alleen beraadslaagd kan worden over amendementen die ingediend zijn door leden, die de presentielijst getekend hebben en in de vergadering aanwezig zijn. 2. leder lid dat in de vergadering aanwezig is, is bevoegd op het amendement dat door een lid is ingediend, een wijziging voor te stellen (subamendement). 3. Een amendement en een subamendement moeten, met verwijzing naar dit artikel, schriftelijk en door de indiener ondertekend, bij de voorzitter worden ingediend, tenzij de voorzitter - met het oog op het eenvoudige karakter van het voorgestelde - oordeelt, dat met een mondelinge indiening kan worden volstaan. Degene, die een amendement of een subamendement heeft ingediend, krijgt desgevraagd, van de voorzitter gelegenheid om daarop een beknopte toelichting te geven. In afwijking van het bepaalde in artikel 24, eerste lid, kan de voorzitter aan de beraadslaging over een aan de orde zijnd onderwerp een spreektermijn toevoegen, voor zover zulks, naar zijn oordeel, voor de behandeling van een amendement of een subamendement nodig is. 4. Intrekking, door de indiener(s), van het (sub)amendement is mogelijk, totdat de besluitvorming door de raad heeft plaatsgevonden. Artikel 37 Moties leder lid kan tijdens de beraadslaging over een aan de orde zijnd onderwerp bij de voorzitter een motie indienen, welke op dat onderwerp betrekking heeft. Een motie wordt schriftelijk en door de indiener ondertekend, ingediend onder verwijzing naar dit artikel. Degene, die een motie heeft ingediend, krijgt, desgevraagd, van de voorzitter gelegenheid om daarop een beknopte toelichting te geven. In afwijking van het bepaalde in artikel 24, eerste lid, kan de voorzitter aan de beraadslaging over een aan de orde zijnd onderwerp een spreektermijn toevoegen, voor zover zulks naar zijn oordeel voor de behandeling van een motie nodig is. Indien een motie is aanvaard, wordt door de voorzitter in dezelfde of in de eerstvolgende gewone vergadering aan de raad medegedeeld of en zo ja op welke wijze aan deze motie uitvoering is of zal worden gegeven. Artikel 38 Voorstellen van orde 1De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht. 2. Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen. 3. Over een voorstel van orde beslist de raad terstond.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2002 | | pagina 240