Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 17753]
Dienst/afdeling: CAP
Betreft:
Inleiding
Voorstel
Motivering/Toelichting
Agendapuntnummer 11
Aantal bijlagen:
Instellen griffie.
In verband met het inwerking treden van de Wet dualisering gemeentebestuur krijgt de raad de
bevoegdheid tot het instellen van een griffie, en de benoeming van een griffier en de overige
medewerkers.
Voordat de bevoegdheid formeel overgaat van het college naar de raad zal door de Staten Generaal
eerst een Aanpassingswet moeten worden vastgesteld. Deze wet is op 15 februari 2002 ingediend,
maar nog niet aangenomen. Over de datum van inwerkingtreding is nu nog geen zekerheid te geven.
Voorgesteld wordt om met ingang van de datum van inwerkingtreding van de genoemde
Aanpassingswet over te gaan tot:
1 Het vaststellen van de formatie van de griffie;
2 Het van toepassing verklaren van een rechtspositieregeling;
3 Het benoemen van een griffier;
4 Het vaststellen van een mandaatregeling.
5 Voor kennisgeving aan te nemen dat ons college voor de periode vanaf 15 maart tot aan de
de datum van inwerkingtreding van de genoemde Aanpassingswet gelijkluidende besluiten
heeft genomen.
1Vaststellen formatie griffie
Op basis van de te verwachten werkzaamheden en de wenselijkheid van een zo goed mogelijke
relatie met alle gemeentelijke diensten wordt aan uw raad voorgesteld de formatie vast te stellen zoals
geformuleerd in het concept-raadsbesluit onder punt 1
2Vaststellen rechtspositieregeling
Voor het personeel van de griffie moet een rechtspositieregeling worden vastgesteld. Voorgesteld
wordt om de door het college van burgemeester en wethouders op basis van artikel 125 van de
Ambtenarenwet vastgestelde en nog vast te stellen regelingen onverkort van toepassing te verklaren
op het personeel van de griffie.
Hiermee wordt de CAR/BUWO en alle verdere regelingen, zoals deze nu en in de toekomst gelden,
van toepassing binnen de griffie.
3Mandatering
Voor de griffie is het wenselijk een regeling te treffen waarbij in mandaat besluiten over
rechtspositieaangelegenheden genomen mogen worden.
Het voorstel is om de bevoegdheden als volgt te mandateren:
A Alle besluiten aangaande de griffier worden genomen door de voorzitter van de raad, met
uitzondering van aanstelling, schorsing en ontslag.
B Aan de griffier de bevoegdheid te mandateren tot het nemen van alle besluiten betreffende de
rechtspositie van het overige binnen de griffie werkzame personeel. Dit met de aantekening
dat ingeval van benoeming, schorsing, ontslag en het salarisniveau betreffende het personeel
in schaal 13 en hoger deze besluiten genomen moeten worden met instemming van de
voorzitter van de raad.
C Aan voorzitter van de raad de bevoegdheid te mandateren tot het besluiten op bezwaar tegen
besluitvorming zoals bedoeld onder B van het overig binnen de griffie werkzame personeel.
-1-