Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 16252] Dienst/afdeling: JZ Betreft: Inleiding Voorstel Motivering/Toelichting Agendapuntnummer 7 Aantal bijlagen:- Beslissing op bezwaarschriften inzake voorbereidingsbesluit Breda Noord-Oost-Teteringen Bij besluit van 28 juni 2000 nam de raad een voorbereidingsbesluit als bedoeld in artikel 21 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening voor een gedeelte van het buitengebied van Teteringen. Aan het besluit werd een aanlegvergunningstelsei als bedoeld in artikel 14 van deze wet toegevoegd. Tegen het voorbereidingsbesluit annex aanlegvergunningstelsei is door een groot aantal belanghebbenden op grond van de Algemene wet bestuursrecht bezwaar gemaakt. De bezwaarschriften zijn op grond van de Verordening behandeling bezwaar - en beroepschriften ter advisering in handen gesteld van de commissie voor bezwaar-en beroepschriften. Deze commissie heeft betrokkenen gehoord en aan uw raad - door onze tussenkomst- advies uitgebracht. Dit advies is hierna onder de rubriek Motivering /Toelichting integraal opgenomen. Wij stellen u voor het advies van de commissie voor bezwaar - en beroepschriften over te nemen en de bezwaarschriften niet-ontvankelijk te verklaren. 1.De feiten: - bij besluit van 28 juni 2000 neemt de raad een voorbereidingsbesluit als bedoeld in artikel 21 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en bepaalt dat dit besluit op 3 juli 2000 in werking treedt; - tegen dit besluit en het daarbij opgenomen aanlegvergunningstelsei wordt bezwaar gemaakt door: a.ZLTO Breda; b.VOF Teterra Biemans te Teteringen; c.J.H.M. de Jong te Teteringen; d.fam.Oomen te Teteringen; e.C.W.M.Snijders te Teteringen; f.Boomkwekerij Bullens te Teteringen; g.A.A.M.van Haperen te Teteringen; h.Akkermans Boomkwekerijen te Oosterhout. 2. De procedure: De bezwaarschriften zijn ter voldoening aan het bepaalde in de Verordening behandeling bezwaar- en beroepschriften ter advisering in handen gesteld van de commissie voor bezwaar - en beroepschriften. Op 20 december 2000 heeft naar aanleiding van de bezwaarschriften een hoorzitting plaatsgevonden, waarvan het verslag in het procesdossier is opgenomen. 3.Ontvankelijkheid De wijziging van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, zoals die per 3 april 2000 in werking is getreden, heeft met zich gebracht dat het mogelijk is tegen voorbereidingsbesluiten ingevolge artikel 21 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening bezwaar en beroep aan te tekenen. De ingekomen bezwaarschriften zijn dan ook in zoverre ontvankelijk. Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kunnen echter uitsluitend belanghebbenden tegen een besluit een bezwaarschrift indienen. Onder "belanghebbenden" verstaat de Algemene wet bestuursrecht degenen wier belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. Met betrekking tot de vraag of de bezwaarmakenden als belanghebbenden in bovenstaande zin kunnen worden aangemerkt, wordt het navolgende overwogen. Op grond van artikel 21 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening vervalt een voorbereidingsbesluit indien niet binnen één jaar na de datum van inwerkingtreding daarvan (3 juli 2000) een ontwerp- bestemmingsplan ter inzage is gelegd. Nu dit laatste niet het geval is moet worden vastgesteld dat het voorbereidingsbesluit waartegen de bezwaren zich richtten, inmiddels is vervallen. In deze -1-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2002 | | pagina 28