VERKLAREN TE ZIJN OVEREENGEKOMEN ALS VOLGT:
dat partijen met deze overeenkomst beogen, mits de gemeente de betreffende gelden van
het Rijk ontvangt en/of mits de hiervoor genoemde wetswijziging niet in werking is
getreden, het ROC in staat te stellen zelfstandig zorg te dragen voor een adequate
huisvesting van de onder hem vallende school of scholen, op zodanige wijze dat
tegenover de beschikbaarstelling van een jaarlijks bedrag voor huisvestingkosten het
ROC afstand doet van zijn aanspraken, welke het jegens de gemeente kan doen
gelden ingevolge de toepasselijke bepalingen in de WVO en de daarop gebaseerde
Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Breda;
dat voornoemd bedrag is bepaald op het bedrag dat de gemeente jaarlijks van het Rijk
ontvangt voor de huisvesting van de leerlingen van het Michaëlcollege;
dat de gemeente onder de in deze overeenkomst genoemde voorwaarden, afziet van het
economisch claimrecht op het terrein en de hierboven genoemde bouwdelen aan de
Vijverstraat 1
dat de partijen, voorzover althans bij deze overeenkomst uitdrukkelijk bepaald, in afwijking
van het bepaalde in Titel II, Afdeling IA, Hoofdstuk I WVO, alsmede de daarop
gebaseerde Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Breda, hun
onderlinge rechtsverhouding nader wensen te regelen.
Artikel 1 Object
1. De uit deze overeenkomst voortvloeiende rechten en plichten hebben betrekking op het terrein en
de daarop gevestigde opstallen gelegen aan de Vijverstraat 1 te Prinsenbeek, kadastraal bekend
als PSB, sectie F 03012, blijkens registratie in eigendom toebehorend aan het ROC.
2. De staat van onderhoud op 1 januari 2001 is bepalend. Na deze datum blijkende tekortkomingen
aan het gebouw en eventuele milieulasten komen voor risico van het ROC.
Artikel 2 Duur en beëindiging van de overeenkomst
1. Deze overeenkomst geldt voor onbepaalde tijd en wordt geacht in werking te zijn getreden op 1
januari 2001.
2. De overeenkomst eindigt van rechtswege als de formele wettelijke huisvestings
verantwoordelijkheid van de gemeente in casu eindigt.
3. De overeenkomst eindigt bij opheffing of faillissement van het ROC of haar rechtsopvolger zonder
dat voorafgaande opzegging is vereist. Het economisch claimrecht komt dan van rechtswege
weer aan de gemeente toe.
4. Partijen sluiten tussentijdse beëindiging van de overeenkomst uit, behoudens in het geval zoals
genoemd in lid 3 van dit artikel en in het geval van beëindiging wegens tekortkoming in de
nakoming van de overeenkomst.
Artikel 3 Verplichtingen van de gemeente
1. De gemeente ziet af van het ecconomisch claimrecht op terrein, grond en bovengenoemde
gebouwdelen aan de Vijverstraat.
2. De gemeente stelt jaarlijks met ingang van 2001 het bedrag dat zij in het kader van haar wettelijke
huisvestingsverantwoordelijkheid ten behoeve van de leerlingen van het Michaëlcollege ontvangt,
beschikbaar aan het ROC. De berekeningsmethodiek is als bijlage 1 aan deze overeenkomst
gehecht.
3. De beschikbaarstelling aan het ROC kan nimmer hoger zijn dan het bedrag zoals bedoelt in lid 2
van dit artikel.
4. Voor 2001, 2002, 2003 en 2004 bedraagt dit bedrag respectievelijk 125.390,- (s 56.899,50),
136.869,- (s 62.108,44), 137.454,- (s 62.373,91), 138.038,- (e 62.638,91).
5. De gemeente heeft met ingang van 1 januari 2001 de huurvergoeding voor de door het bevoegde
gezag gefinancierde en gerealiseerde uitbreiding beëindigd.
Pagina 2 van 3