Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 17532] Dienst/afdeling: EZ Inleiding Voorstel Motivering/Toelichting Agendapuntnummer 2 Betreft: StadsEconomie Niet Fysiek. Aantal bijlagen: Het Rijk heeft Breda voor de periode 2000 - 2005 en bedrag ad 1.254.644,- beschikbaar gesteld specifiek voor het onderwerp "niet-fysieke stadseconomie". Doel hiervan is gemeenten in de gelegenheid te stellen een aantal niet-fysieke economische doelen te kunnen realiseren, welke als onderdeel van het Grote Stedenbeleid zijn geformuleerd. Het verdelingsvoorstel dat nu wordt voorgelegd is dan ook op de Stadsvisie en het Stedelijk Ontwikkelingsprogramma (SOP) gebaseerd. Daarbij komt dat als onderdeel van het Grote Stedenbeleid door Breda prestatieafspraken zijn geformuleerd naar aanleiding van de landelijk Benchmark Gemeentelijk Ondernemingsklimaat. Ook deze afspraken vormen uiteraard een basis voor het verdelingsvoorstel "niet-fysieke stadseconomie". 1 Kennisnemen van het feit dat het ministerie van Economische Zaken de Gemeente Breda voor de periode 2000 - 2005 voor niet-fysieke stadseconomie 1.254.644,- aan middelen beschikbaar heeft gesteld als onderdeel van het Grotestedenbeleid. 2 Instemmen met het navolgende verdelingsvoorstel van deze middelen: Startersbeleid 480.000,- Toerisme 512.000,- Accountmanagement 158.644,- Overig 104.000,-. 3 Het college van Burgemeester en Wethouders te mandateren binnen de kaders van bovenstaand verdelingsvoorstel tot concrete besteding over te gaan. Economie is één van de belangrijke pijlers van het Grotestedenbeleid. Daarbij springen veelal de fysieke aspecten het meest in het oog, ook als het gaat om financiële bijdragen. Daarbij kan gedacht worden aan de realisering van bedrijventerreinen, aan revitalisering van bestaande werklocaties, aan de aanpak van wijkwerkterreinen, bedrijfsverzamelgebouwen, et cetera. Minstens zo belangrijk is echter de niet-fysieke economie. Door toekenning van een apart budget hiervoor wordt dit door het Rijk nog eens extra onderschreven. In de Stadsvisie Breda en het stedelijk ontwikkelingsprogramma zijn ook op het vlak van niet-fysieke economie een fors aantal doelstellingen opgenomen. Nadat de stedelijke visies en ontwikkelingsprogramma's tot stand waren gekomen is door het Rijk (ministerie Economische Zaken) de uitkomst van de Benchmark Gemeentelijk Ondernemingsklimaat gepresenteerd. Deze Benchmark bevat waardevolle informatie voor wat betreft gemeentelijke dienstverlening en vestigingscondities voor het bedrijfsleven. Het Rijk heeft gemeenten uitgedaagd om op basis van de uitkomsten van de benchmark een ambitie te formuleren, hetgeen kan worden gezien als een verbijzondering van de doelstelling in de stedelijke ontwikkelingsprogramma's. Breda heeft er in reactie op de benchmark voor gekozen om op een viertal onderwerpen actie te gaan ondernemen. Dit is vastgelegd in bijgaande notitie "Doelstelling op basis van de Benchmark Gemeentelijk Ondernemingsklimaat Gemeente Breda". Van deze vier onderwerpen vallen er drie met name in de categorie niet-fysieke Stadseconomie. Het gaat hierbij om toerisme, startersbeleid en informatie en communicatie over beleid en regelgeving (accountmanagement). Tevens is in genoemde notitie de relatie gelegd met de doelstellingen in het Bredase Ontwikkelingsprogramma.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2002 | | pagina 302