Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 17540] Dienst/afdeling: JZ Voorts constateert reclamant dat aan de zijkanten en achterzijde van de woonwagenlocatie is voldaan aan de eis van een 10 meter brede groenzone, doch aan de voorzijde dient deze ook aangebracht te worden. Dit plan voldoet hier niet aan. Voor de woonwagenstandplaats Ruitersboslaan vigeert het bestemmingsplan "Verspreide woonwagenstandplaatsen", vastgesteld door de gemeenteraad op 23 november 1995. In dit bestemmingsplan is rekening gehouden met de uitspraak van de Kroon van 28 oktober 1987 waarin o.a. is bepaald dat een ruimtelijke scheiding van 75 meter tussen woningen van de omliggende straten en woonwagens in acht genomen dient te worden. Het bestemmingsplan is door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant goedgekeurd bij besluit van 1 juli 1996. Gedeputeerde Staten van Noord Brabant hebben bij hun besluitvorming overigens gesteld dat de Kroon in haar besluit van 28-10-1987) heeft bepaald dat "een afstand tussen de woonwagens en de woningen aan de Montenslaan van 75 meter noodzakelijk was", en niet dat dit ook zou gelden voor woningen gelegen aan andere straten. Dit gedeelte van de besluitvorming is in beroep niet meer aangevallen, noch door de heer Brugman namens de woonwagenbewoners, noch heeft reclamant de heer Van Heeswijk tegen dit onderdeel beroep ingesteld. Bij besluit van 26 mei 1998 van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State is het bestemmingsplan onherroepelijk geworden. In het nu in procedure gebrachte bestemmingsplan "Uitbreiding Woongebied Ruitersbos e.o.", waarin de woonwagenstandplaats is opgenomen, zijn de 1ste 6 standplaatsen, genummerd 53, 53a, 55, 55a, 55b en 55c ongewijzigd qua situatie ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan overgenomen. Ten tijde van de procedure van het vigerende bestemmingsplan "Verspreide Woonwagenstand plaatsen" zijn tijdens de tervisielegging op 26 juni 1995* zienswijzen ingediend door de heer Brugman als vertegenwoordiger van alle woonwagenbewoners en de Bewonersvereniging Breda-Zuidwest namens haar leden. Een eigen zienswijze van de heer Van Heeswijk is niet ingekomen. In haar zienswijze geeft de Bewonersvereniging Breda-Zuidwest aan dat de bovengenoemde 6 standplaatsen niet meer omstreden zijn en richt haar zienswijze op andere onderdelen. In het besluit van de gemeenteraad van 23 november 1995 is dit onderdeel van de zienswijze ongegrond verklaard. De Bewonersvereniging Breda-Zuidwest heeft in het vervolg van de procedure geen bedenkingen meer ingediend bij Gedeputeerde Staten noch een beroepschrift ingediend bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Wij zijn dan ook van mening dat bij het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan "Verspreide Woonwagenstandplaatsen" impliciet akkoord is gegaan met de afstand en ligging van de woonwagens ten opzichte van o.a. de woning Mendelssohnlaan 2. Hierbij wordt nogmaals opgemerkt dat Gedeputeerde Staten er vanuit zijn gegaan dat de ruimtelijke scheiding van 75 meter betrof de woonwagenlocatie en de woningen aan de Montenslaan! Gezien derhalve de feitelijk ongewijzigde situatie van de ligging van de niet-omstreden 6 standplaatsen ten opzichte van de woning van reclamant en gezien het feit dat er zich geen wijzigingen in de juridische situatie hebben voorgedaan, achten wij de zienswijze op dit onderdeel ongegrond. Na bestudering van de uitspraken van de Kroon en de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State moeten wij reclamant in het gelijk stellen voor wat betreft het opnemen aan alle zijden van de woonwagenstandplaats van een 10 meter brede groenstrook. Op de plankaart zal derhalve de aanduiding groenaanplant (minimaal 10 m. breed)" ook aan de zijde van de Ruitersboslaan opgenomen worden. De zienswijze achten wij derhalve gegrond voorzover deze betreft de eis van een 10 meter brede groenzone aan alle zijden van de woonwagenstandplaats en voor het overige ongegrond. Beoordeling -2-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2002 | | pagina 318