Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 17009] Dienst/afdeling: JZ De ontvankelijkheid De bezwaarschriften voldoen aan de vormvoorschriften van de Awb en kunnen derhalve in behandeling worden genomen. Bij besluit van 25 juli 2001 hebben wij het voorkeursrecht op de percelen grond van de fam.Verschoor-van Eijmeren doen vervallen. De fam.Verschoor-van Eijmeren heeft derhalve geen belang meer bij een op het bezwaarschrift te nemen beslissing, zodat dit bezwaarschift niet-ontvankelijk is. Inhoudelijke beoordeling van de bezwaren. Algemene overweging van de commissie. De Wet voorkeursrecht gemeenten is in het leven geroepen om de overheid een betere onderhandelingspositie te verschaffen en een prijsopdrijvende werking te voorkomen. Op basis van de stukken meent de commissie dat de gemeente een eenduidig (en niet een willekeurig) beleid voert. Met de vestiging van voorkeursrecht wordt de mogelijkheid van zelfrealisatie van de door de gemeente bedachte bestemming van gronden overigens niet uitgesloten. De commissie geeft hieronder een korte samenvatting per bezwaarschrift, een samenvatting van het verweer van de gemeente en vermeldt vervolgens de overweging(en) van de commissie. a. het bezwaarschrift (01/144) van C.J. Broeken De bezwaren (in samengevatte vorm): Bezwaarde verzoekt het voorkeursrecht niet op de percelen 2359 en 2360 van toepassing te verklaren. Dit zijn percelen grond die belanghebbende heeft aangekocht met het oog op de ontsluiting van andere percelen van betrokkene. Hij wijst op de kosten, moeite en energie die het hem en de gemeente kost als hij de percelen wenst te verkopen. Verweer namens de gemeente: De gemeente heeft belangen bij de uitvoering van beleid en dit belang weegt ruimschoots op tegen de kosten, moeite en energie. Overwegingen van de commissie Ingeval de heer Broeken een perceel gaat verkopen, hoeft hij niet alleen de bedoelde percelen apart aan de gemeente aan te bieden. Hij kan zijn totale bezit aan de gemeente aanbieden waarna de gemeente kan beslissen of zij het geheel wenst aan te kopen. De procedures hiervoor zijn bij betrokkenen bekend. De commissie acht de bezwaren ongegrond. b. het bezwaarschrift (01/156) van H.C. Joosen De bezwaren (in samengevatte vorm): Bezwaarde heeft destijds gereageerd op het Structuurplan. Hij vraagt zich af of het voorkeursrecht ook betrekking heeft op zijn percelen sectie B de nrs 2727 en 2728. Hij leest in de nota Commentaar van burgemeester en wethouders bij het structuurplan: "Voor zover het zich thans laat beoordelen, kunnen de percelen 2727 en 2728 ongemoeid blijven". Bezwaarde leest hierin een toezegging. Verweer namens de gemeente: Bezwaarde citeert uit zijn eigen inspraakreactie. Overwegingen van de commissie: De commissie heeft ter zitting vastgesteld dat bezwaarde citeert uit een exemplaar van de nota Commentaar bij het structuurplan dat hem is toegestuurd bij brief van 4 mei 1999. De commissie leest hierin dat burgemeester en wethouders menen dat de genoemde percelen niet nodig zijn voor het realiseren van een andere bestemming ter plaatse. Deze mening zou moeten leiden tot het niet meer van toepassing laten zijn van het voorkeursrecht. De commissie stelt echter eveneens vast dat de raad genoemde percelen noch bij de vaststelling van het structuurplan noch bij eerdere vestiging van het voorkeursrecht buiten de gebiedsbegrenzing heeft gelaten. De commissie is van mening dat de beweerdelijke toezegging van burgemeester en wethouders, welke betekenis hier ook aan zou moeten worden toegekend, door de raad nimmer is gehonoreerd. Ook is de raad in algemene zin niet gebonden te achten aan toezeggingen die door een ander orgaan, in casu burgemeester en wethouders, zouden zijn gedaan. Overigens is het de commissie bekend dat het ontwerp- bestemmingsplan voor het gebied waarop reclamant doelt binnen afzienbare termijn ter inzage wordt gelegd. In dit kader zal concreet komen vast te staan of de percelen van reclamant een andere bestemming krijgen en zal aan de hand daarvan besloten kunnen worden over het al dan niet voortzetten van de vestiging van het voorkeursrecht. -2-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2002 | | pagina 336