Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 17825] Dienst/afdeling: FPAW De verbouwing tot Volkenkundig museum in 1963 betekende een verdere achteruitgang van het monument. Ondanks deze ingrijpende verbouwing bleven bepaalde gedeelten ongewijzigd, zoals de zolderverdieping. De bouwkundige structuur werd niet aangetast en ook de straatgevels bleven ongewijzigd. De meest ingrijpende onderdelen van de verbouwing betroffen het verlies van de 16de eeuwse balklagen, het verlies van alle laatste interieur-elementen (lambrizeringen, binnenluiken, schoorstenen etc.) en het wijzigen van de binnenplaats, waarbij alle hardstenen venster- en deuromlijstingen werden uitgebroken. Door de vele verbouwingen van het pand zijn thans geen belangrijke ruimtelijke ensembles - zoals bijvoorbeeld een 18de eeuwse appartementsindeling van - anti-chambre, chambre, kabinet- behouden gebleven. Vrijwel alle ruimten hebben geen bijzondere afwerkingsmaterialen of ornamenten. De monumentwaarde van de bouwmuren en de kapconstructies is derhalve relevanter dan die van de afzonderlijke ruimten. De bouwmassa is van belang als voorbeeld van een groot, in fasen gebouwd vroeg 17de eeuws huis, met twee oudere (15de of 16 e eeuwse) kernen. Het betreft hier de bouwmuren en niet de latere dichtzettingen. De bouwmassa heeft een hoge monumentwaarde. De balklagen met moer- en kinderbinten van de kapconstructies dateren uit de 15de, 16dt' en vroeg 17de eeuw en bevinden zich op de zolderverdieping. Deze balklagen hebben een hoge monumentwaarde. De kapconstructie van de westvleugel is thans het bouwhistorisch meest afleesbare onderdeel van het gehele pand. De constructie bestaat uit een drietal vermoedelijk 16de eeuwse kapspanten. De kapconstructie van de noord- en oostvleugel dateren van de verbouwing van het pand in 1790. De kapconstructie is zeer gaaf bewaard en vrijwel ongewijzigd. De monumentale laat 18de eeuwse gevels in de Lodewijk XVI - stijl zijn beeldbepalend in de Cingelstraat en het Kasteelplein en hebben een hoge monumentwaarde. Ook de binnenplaatsgevels hebben een hoge monumentwaarde. De vrijwel blinde zijgevel van de westelijke vleugel grenst aan belendende percelen en is derhalve niet beeldbepalend. De gevel maakt echter wel onderdeel uit van de 16de eeuwse bouwmuren van de westvleugel. Het pand Kasteelplein 55 (Justinus van Nassau) is opgenomen in het register van beschermde rijksmonumenten. De restauratie van dit gebouw was dringend noodzakelijk. De restauratie van het pand is opgenomen op het "Restauratie- uitvoeringsprogramma 2000 t/m 2005" van de gemeente Breda. Dit programma is conform het "Besluit rijkssubsidiëring restauratie monumenten 1997" vastgesteld. Op grond van plaatsing op dit restauratie- uitvoeringsprogramma is door Heja Projectontwikkeling BV - als eigenaar van het pand Kasteelplein 55 - op 24 september 1999 subsidie aangevraagd voor het restaureren van het betreffende rijksmonument. Daar er geen subsidiegelden voor de restauratie van het pand Kasteelplein 55 zijn opgenomen in het genoemde restauratie- uitvoeringsprogramma is subsidiëring vanuit rijksmiddelen niet mogelijk. Wel is de Rijksdienst voor de Monumentenzorg verzocht tot vaststelling te komen van de subsidiabele kosten van de restauratie. Op basis van de ingediende restauratiebegroting zijn door de Rijksdienst voor de Monumentenzorg de subsidiabele restauratiekosten vastgesteld op Euro 722.895. De berekening is gebaseerd op het Brrm 1997 en het Besluit beleidsregels onderhoud en restauratie monumenten. Aan het vaststellen van de subsidiabele kosten kan geen recht op enige rijkssubsidie worden ontleend. Subsidiëring is alleen mogelijk als het betreffende object is opgenomen in het gemeentelijk restauratie- uitvoerings programma en daartoe in enig jaar subsidie-middelen zijn gereserveerd. Voor de restauratie van het pand Kasteelplein 55 is dit niet het geval (raadsbesluit 24 februari 2000). Op grond van het Brrm 1997 zou de maximale subsidie Euro 361.448 bedragen, te weten 50% van Euro 722.895. Het subsidiebedrag van Euro 361.448 is overigens opgebouwd uit een werkelijk bedrag aan subsidie ter grootte van Euro 144.579 en een bedrag aan laag rentende restauratiehypotheek ter grootte van Euro 216.869. Vanwege de verkoop van de appartementen komt HEJA -3-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2002 | | pagina 342