Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 17737] Dienst/afdeling: JZ Betreft: Inleiding Voorstel Motivering/Toelichting Consequenties Agendapuntnummer: 5 Aantal bijlagen: Afwijzing van het verzoek om planschade ex artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening van H.J .H.J. Poelwijk. Door Barents en Krans is namens de heer H.J.H.J. Poelwijk een verzoek om planschadevergoeding ex artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening ingediend. Volgens de verzoeker heeft de heer Poelwijk bij verkoop van het pand op de hoek Speelhuislaan 150A/an Rijckevorselstraat 1 schade geleden tengevolge van het bestemmingsplan Krogten Zuid. Hij meent de schade te hebben geleden door voornoemd bestemmingsplan omdat dit plan te grote beperkingen oplegt aan het betreffende pand qua gebruiksmogelijkheden. In het oude bestemmingsplan Krogten 1960 had het pand nog een industriële bestemming en in het thans vigerende plan Krogten Zuid heeft het pand een horeca II (hotel en pension) bestemming Het verzoek om schadevergoeding ex artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening af te wijzen overeenkomstig het bijgevoegde ontwerp-besluit. Het verzoek om schadevergoeding tengevolge van bestemmingsplan Krogten Zuid is voor advies voorgelegd aan de Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken (SAOZ). Na beoordeling van het onderhavige verzoek kwamen zij tot de volgende conclusie Uit het ingestelde onderzoek is gebleken dat door het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan Krogten Zuid de eigenaar van het betreffende pand in een planologisch nadeliger situatie is komen te verkeren waaruit in principe schade kan zijn voortgevloeid. Bij de beoordeling of hierdoor ook daadwerkelijk schade is ontstaan wordt geconcludeerd dat de waarde van een onroerende zaak wordt bepaald door factoren zoals ligging en bereikbaarheid, de omgeving, vorm en omvang van de kavel, aard en constructie van de opstallen en de staat van onderhoud ervan en de aanwendingsmogelijkheden waarvoor de planologische situatie een belangrijke indicatie is. In het onderhavige geval heeft het betreffende pand geruime tijd leeg gestaan waardoor de attractiviteit is afgenomen. Gelet op deze omstandigheden en het gegeven dat bij transacties altijd rekening moet worden gehouden met een zekere handbreedte ten aanzien van de te realiseren verkoopprijs wordt geconcludeerd dat het verschil in prijs niet het gevolg is van de wijziging van het bestemmingsplan. Door het feit dat het pand thans als hotel/pension in gebruik is mag worden geconcludeerd dat deze functie ter plaatse de beste mogelijkheden biedt. Ten aanzien van de voorzienbaarheid merkt de SAOZ nog op dat gezien de leeftijd van het vigerende bestemmingsplan en de lijn in de jurisprudentie terzake hiervan de belanghebbende na eigendomsverkrijging nooit initiatieven heeft ontplooid tot realisering van een andere bestemming in het pand dan een horecabestemming. De planologische maatregelen hebben voor belanghebbende volgens de SAOZ dan ook niet geleid tot schade op voet van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Zij adviseren het verzoek van de H.J.H.J. Poeldijk af te wijzen. Voor het volledige advies van de SAOZ wordt verwezen naar het agendadossier. Wij onderschrijven het advies van de SAOZ en stellen u dan ook voor het verzoek om schadevergoeding af te wijzen. Juridische. Tegen deze afwijzing kan belanghebbende binnen 6 weken na toezending een bezwaarschrift Je gemeenteraad in het kader van de Algemene wet bestuursrecht. -1-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2002 | | pagina 349