Tarieventabel 2002, Hoofdstuk 5, behorende bij de Legesverordening Breda 1997 Paginanummer 4 gewijzigd bij raadsbesluit2002 5.3.4. Indien voor de aanvang van de uitvoering van het bouwwerk door de vergunninghouder wordt aangetoond dat er één hoofdaannemer aanspreekbaar en verantwoordelijk is voor het gehele werk en de uitvoering van dat werk, dan vindt een restitutie plaats van 7,5% van het tarief als genoemd onder 5.2.1, tenzij gedurende het bouwproces blijkt dat er niet één aanspreekbare en verantwoordelijke hoofdaannemer is. 5.3.5.1 De in de onderdelen 5.3.1 t/m 5.3.4 genoemde restituties zijn van toepassing indien de bouwkosten van het verzoek om bouwvergunning tenminste 2.250.000,- bedraagt. 5.3.5.2 In afwijking van het bepaalde onder 5.3.5.1 wordt bij een bouwsom tussen 1.575.000,- en 2.250.000,- een zodanige restitutie toegepast dat de verschuldigde leges niet minder bedragen dan het bedrag dat verschuldigd zou zijn bij een bouwsom van 2.250.000,-, verminderd met de van toepassing zijnde restituties. 5.3.5.3 De onder 5.3.1 tot en met 5.3.4 vermelde restituties vinden uitsluitend plaats op verzoek van de aanvrager van de bouwvergunning binnen een termijn van 6 weken na voltooiing van het bouwwerk. Meldingen 5.4.1 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in artikel 42 van de Woningwet: 30% van het tarief als genoemd onder 5.2.1, met een maximum van 270,-. 5.4.2 Indien de melding incompleet is en niet verder in behandeling wordt genomen, omdat de melder, na daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld, de melding niet completeert bedragen de leges 10 van het tarief als genoemd onder 5.2.1, met een minimum van 18,— en een maximum van 90,-. 5.4.3 Indien de melder zijn incomplete melding heeft aangevuld en die melding in behandeling wordt genomen, wordt het overeenkomstig 5.4.1 berekende bedrag vermeerderd met 5% van het tarief als genoemd onder 5.2.1, met een maximum van 45,—. 5.4.4 Indien geen toestemming kan worden verleend bedragen de leges, in afwijking van het gestelde onder 5.4.1, 20% van het tarief als genoemd onder 5.2.1, met een maximum van 180,—. 5.4.5 in het geval er een procedure moet worden gevoerd voor het verlenen van vrijstelling als bedoeld in artikel 19, tweede of artikel 19, derde lid van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, wordt het overeenkomstig 5.4.1 berekende bedrag verhoogd met 100% van dat bedrag met een maximum van 270,-. Schetsplan 5.5.1 Het tarief bedraagt ter zake het in behandeling nemen van een aanvraag om een beoordeling van een schetsplan: 20% van het tarief als genoemd onder 5.2.1, met een maximum van 900,-. 5.5.2.1 In afwijking van het bepaalde onder 5.5.1 bedraagt het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag om een beoordeling van een schetsplan indien deze behandeling leidt tot een negatief advies in verband met strijd met het bestemmingsplan of de bouwverordening: 7,5% van het tarief als genoemd onder 5.2.1, met een minimum van 18,- en een maximum van 90,-. 5.5.2.2 In afwijking van het bepaalde onder 5.5.1 bedraagt het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag om een beoordeling van een schetsplan indien deze behandeling leidt tot een negatief advies in verband met het niet voldoen aan redelijke eisen van welstand zoals bedoeld in artikel 12 van de Woningwet: 12,5% van het tarief als genoemd onder 5.2.1, met een minimum van 27,- en een maximum van 405,-. Het bepaalde onder 5.5.3 is eveneens van toepassing. 5.5.3 Het overeenkomstig 5.5.1 berekende bedrag wordt verhoogd met 5% van het tarief als genoemd onder 5.2.1, met een minimum van 54,- en een maximum van 225,- voor de derde en iedere volgende behandeling van dat schetsplan door de commissie Welstand, Architectuur en Monumenten, dan wel een second

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2002 | | pagina 452