Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 18297]
Dienst/afdeling: HSL
de Westtangent door de tunnelbak heen, zijn nog niet bij de aanbieding inbegrepen. Daarvoor heeft
de DSB een kostenraming gemaakt. De kosten hiervoor zijn geraamd op€ 1.511.088 3.330.000).
Uitvoeringsbegeleiding
Overeengekomen is dat de begeleiding van de uitvoering gebeurt vanuit de projectorganisatie,
vanwege de samenhang met de bouw van de andere kunstwerken in het contract railsystemen. In de
aanbieding van de projectorganisatie is hiervoor een bedrag opgenomen van 548.265 1.208.218).
Indexering 2001-2005
De geraamde kosten zijn gebaseerd op het prijspeil 31-12-2001In het contract tussen de
projectorganisatie HSL-Zuid en de aannemer is vastgelegd dat laatstgenoemde tijdens de uitvoering
van het werk gecompenseerd wordt voor nominale ontwikkelingen, ofwel stijging van lonen en prijzen.
In de contractbepalingen is nauwkeurig geregeld welke indices voor de verschillende kostensoorten
zullen worden gehanteerd. Uitgaande van een jaarlijkse kostenstijging voor lonen en prijzen van
gemiddeld 3,5% (schatting) en het met de aannemer aan te houden betalingsritme voor de termijnen
en de uitvoeringsplanning van de overige kostenelementen, dient over de gehele uitvoeringsperiode
2002-2005 rekening te worden gehouden met een verwachte kostenstijging van circa 1 miljoen
(ƒ2.203.710).
Onvoorzien
In de kostenopstelling is een raming opgenomen voor de stelpost onvoorzien. Gebruikelijk is een
percentage voor onvoorzien tussen 5 en 10 respectievelijk 0,9 miljoen en 1,8 miljoen. Op
basis van de beschikbare dekking (zie hierna onder 'dekking kosten') resteert voor onvoorzien een
bedrag van ruim 0,43 miljoen 950.000), oftewel 2,4 Dit bedrag is aan de lage kant. Hierbij
wordt opgemerkt dat bij de berekening van het MIT-subsidie is uitgegaan van een middenscenario van
5 miljoen 11 miljoen) subsidie. De bandbreedte voor het MIT-subsidie loopt van 4,54 miljoen
10 miljoen) tot€ 5,45 miljoen 12 miljoen). Als de kosten onvoorzien hoger uitvallen dat de
beschikbare 0,43 miljoen, mag worden verondersteld dat de MIT-subsidie ook hoger wordt dan het
middenscenario waarmee nu gerekend is. Hoewel op dit moment hierover geen zekerheid te geven is,
wordt voorgesteld het bedrag van de stelpost onvoorzien voorlopig te bepalen over de beschikbare
ruimte van 0,43 miljoen.
Alles overziende mag worden geconcludeerd dat het opnemen van de aanleg van de onderdoorgang
Westtangent in het contract Railsystemen een positief effect heeft gehad op het uiteindelijke
prijsniveau. In de kostenraming bij het voorlopig ontwerp van eind 1998 werd een bedrag genoemd
van ruim 18 miljoen 39,8 miljoen) exclusief BTW en exclusief inrichting van de tunnelbak en
afwerking van fase 2 van de Westtangent. Het voorliggende voorstel van eind 2001 komt op basis van
prijspeil 31-12-2001 uit op een raming van ruim 18,5 miljoen 40,8 miljoen) voor de aanleg van de
totale tweede fase van de Westtangent, dus inclusief de inrichting van de tunnelbak en de afwerking
van fase 2. Er is dus zeker sprake van een win-win situatie.
Dekking kosten
Bij vaststelling van de kadernota 1998 is in het meerjareninvesteringsprogramma voor de aanleg van
de onderdoorgang Westtangent een bedrag gereserveerd van 17.240.000 38 miljoen), waarvan
te dekken 50% ofwel 8.620.000 19 miljoen) ten laste van de gemeente Breda en 50% externe
bronnen (bijdragen Provincie en Rijk).
Voor de aanleg van de onderdoorgang Westtangent is bij het ministerie van Verkeer en Waterstaat
een aanvraag gedaan voor een bijdrage uit het Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport
(MIT). In augustus 1999 heeft het college de MIT-verkenning Tunnelbak Westtangent' vastgesteld en
ingediend bij het ministerie. Naar aanleiding daarvan heeft het ministerie de gemeente Breda bij brief
van 11 mei 2001 laten weten dat het project Breda Westtangent wordt opgenomen in het MIT 2002-
2006 in de planstudietabel regionale/lokale infrastructuur (zie bijlage 1). Voor het project is een
bijdrage tussen de 4,54 10 miljoen) en maximaal 5,45 (ƒ12 miljoen) gereserveerd. De
definitieve hoogte van dit bedrag is afhankelijk van een nadere onderbouwing van het aandeel
doorgaand verkeer. Dat moet bij het indienen van de MIT-planstudie worden aangegeven. In deze
omslag wordt uitgegaan van een middenscenario, ofwel een verwachte MIT-subsidie van 5 miljoen
11 miljoen). De financiële middelen zijn vanaf 2003 beschikbaar, na goedkeuring van de planstudie.
-5-