Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 17560]
Dienst/afdeling: BZ
verordening. Ook hiervoor gelden de vereisten van de Wet GBA. Voor verstrekkingen op papier is
reeds een voorziening getroffen in artikel 88 van de Wet GBA.
Artikel 6 Overige verstrekkingen
Dit artikel regelt de verstrekkingen op grond van artikel 100 van de wet, de verstrekkingen aan de
zogenaamde "vrije derden". Dit zijn instanties en natuurlijke personen die niet kunnen worden
aangemerkt als afnemer, verplichte derde of bijzondere derde. Het 'oude' artikel 100 was zodanig
geredigeerd, dat per gemeente het verstrekkingenbeleid varieerde van beperkt tot zeer ruim.
De Europese privacyrichtlijn legt echter bijzondere nadruk op zowel het doel van de
gegevensverwerking (onder gegevensverwerking valt ook het verzamelen en het verstrekken van
gegevens), als op de voorwaarden waaronder doorbreking van dat doel gerechtvaardigd is. Het
hoofddoel van de GBA is het verzamelen van persoonsgegevens om de publieke sector op
doelmatige wijze van deze gegevens te voorzien. Verstrekking van deze gegevens aan commerciële
instellingen staat daarmee op gespannen voet. Daarom zijn de voorwaarden voor verstrekking van
persoonsgegevens op grond van dit artikel zodanig aangescherpt, dat gegevensverstrekking aan
commerciële instellingen is uitgesloten.
Aan "vrije" derden mogen slechts gegevens verstrekt worden als wordt voldaan aan de eisen die
artikel 100 van de wet GBA stelt:
Het verzoek wordt gedaan namens een rechtspersoon zonder winstoogmerk (een niet-
commerciële instelling). Uitgesloten van verstrekking zijn dus onder andere incassobureaus
en postorderbedrijven.
Gegevensverstrekking kan alleen maar plaatsvinden voor zover dit noodzakelijk is in het
belang van de bescherming van de betrokkene of van de rechten of vrijheden van anderen.
Hierbij moet gedacht worden aan gegevensverstrekking aan instellingen met zorgtaken op het
terrein van medische zorg en maatschappelijke dienstverlening voorzover zij niet zijn
aangewezen als bijzondere derden ingevolge artikel 99 Wet GBA.
Voorts moet worden nagegaan of de verstrekking wordt gerechtvaardigd door een dringende
maatschappelijke behoefte, de verstrekking in een juiste verhouding staat tot het doel
waarvoor de gegevens worden gevraagd (eis van proportionaliteit) en dit doel niet op een
minder ingrijpende wijze te bereiken is (eis van subsidiariteit).
Of er sprake is van een dringende maatschappelijke behoefte kan bijvoorbeeld blijken uit
subsidiëring door de overheid omdat de betreffende taak van de instelling zo belangrijk wordt
gevonden dat aan de instandhouding van overheidswege financieel wordt bijgedragen.
Het proportionaliteitsbeginsel stelt grenzen aan de omvang van de gegevens die verstrekt
worden. Het voorkomt dat overmatige gegevens worden verstrekt in het licht van de taak of
doelstelling van de verzoeker. Om dit te kunnen beoordelen zal het verzoek voldoende
gespecificeerd moeten zijn.
De eis van subsidiariteit houdt in dat aan verzoeker gegevens verstrekt kunnen worden voor
zover hij voor zijn informatiebehoefte primair op de basisadministratie is aangewezen, of zelfs
niet via andere wegen zijn doel zou kunnen bereiken.
Bij verstrekkingen aan organisaties buiten de Europese Unie moet worden nagaan of het
beschermingsniveau voor gegevensverwerking daar passend is (of landen een passend
beschermingsniveau bieden kan nagevraagd worden bij het College bescherming
persoonsgegevens).
Bij gegevensverstrekking aan particulieren, ten behoeve van een persoonlijk niet commercieel
belang, moet vóóraf eerst de uitdrukkelijke toestemming gevraagd worden van degene wiens
gegevens het betreft.
In de gemeentelijke verordening moet per (categorie) vrije derde(n) het doel van de
verstrekking aangegeven worden.
Uitsluitend die gegevens mogen verstrekt worden die opgesomd zijn in het 2e lid van artikel
100 Wet GBA, n.l.: "algemene en verwijsgegevens over de naam, de geslachtsnaam van de
echtgenoot dan wel geregistreerde partner, de eerdere echtgenoot of eerdere geregistreerde
partner, het gebruik door de ingeschrevene van de geslachtsnaam van de echtgenoot dan wel
geregistreerde partner, de eerdere echtgenoot of eerdere geregistreerde partner, het adres,
de gemeente van inschrijving, de geboortedatum en de datum van overlijden"
Zoals in het algemeen gedeelte van deze toelichting is aangegeven kunnen ook (uitsluitend)
deze gegevens worden verstrekt uit het persoons- en archiefregister.
-3-