Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 16824]
Dienst/afdeling: VWLZ
De taken die tot de formele verantwoordelijkheid van de coördinerende gemeente behoren zijn:
- Het jaarlijks aanvragen van de uitkering;
Het voeren van (periodiek) overleg met de instellingen voor thuiszorg en met de overige 18
gemeenten in de GGD regio. De eindverantwoordelijkheid voor de besteding van de middelen blijft
evenwel bij de coördinerende gemeente.
Het behandelen van subsidieaanvragen en - afrekeningen van de instellingen voor thuiszorg.
Het verzorgen van de afrekening naar het rijk.
Gevolgde procedure.
Het beleidsplan 2001 - 2003 en het bestedingsplan 2001.
Er zijn binnen de GGD regio West-Brabant drie instellingen die TRV gaan uitvoeren. Dit zijn de
Stichting Kruiswerk Gezinszorg Breda e.o., de Stichting Thuiszorg West-Brabant en de Stichting
Regionaal Kruiswerk Mark en Maas.
Deze hebben in gezamenlijk overleg, en in overleg met de GGD en gemeenten een beleidsplan
2001 - 2003 opgesteld. De instellingen voor thuiszorg hebben, binnen de kaders van dit beleidsplan,
een activiteitenplan en begroting 2001 ingediend. Op 11 september 2001 waren deze bij de gemeente
binnen. Op basis hiervan zal door de gemeente subsidie worden verleend. Voorgesteld wordt om
deze bevoegdheid op grond van artikel 156 van de Gemeentewet te delegeren aan uw college.
Procedure advisering.
Bij de besluitvorming is aangesloten bij de procedure die is afgesproken met betrekking tot het
voorbereiden van het totale beleid JGZ 0 tot 19-jarigen. Hiertoe is het niveau van de GGD West-
Brabant gestart met een Stuurgroep "Integrale Jeugdgezondheidszorg 0 tot 19 jaar", (voor de
samenstelling en werkwijze: zie bijlage 2). Deze stuurgroep bereidt voorstellen voor die ter
accordering worden voorgelegd aan het portefeuillehoudersoverleg Volksgezondheid (VGZ).
In het kader van de TRV hebben stuurgroep en portefeuillehoudersoverleg uitsluitend een
adviserende rol. Breda blijft, als coördinerende gemeente, eindverantwoordelijk voor de uitvoering van
Advies Stuurgroep en Portefeuillehoudersoverleg.
Beide overlegorganen hebben een positief advies uitgebracht over het beleidsplan 2001 - 2003 op
22 oktober, respectievelijk op 1 november 2001). Met betrekking tot het bestedingsplan werd het
advies gegeven om meer mogelijkheden te bieden tot het flexibel inzetten van middelen, waardoor
binnen het plan accentverschuivingen mogelijk zouden zijn.
Op basis hiervan is een geclusterd bestedingsplan opgesteld. De clustering biedt de mogelijkheid om
op basis van prioriteitstelling en praktische uitvoeringsmogelijkheden middelen op een zo effectief, en
efficiënt mogelijke manier in te zetten.
Het bestedingsplan 2001.
In het bestedingsplan is een onderscheid gemaakt in een cluster uitvoerende activiteiten, een cluster
ondersteunende activiteiten en een post voor uitvoeringskosten door de coördinerende gemeente.
De totaalbedragen voor de beide clusters zijn gebaseerd op de ramingen die de uitvoerende
organisaties hebben ingediend. Het bedrag voor uitvoeringskosten door het coördinerende gemeente
is het maximale dat hier (eenmalig) voor gedeclareerd mag worden.
Onder uitvoerende activiteiten wordt verstaan:
Activiteiten ter verhoging van het bereik 0 tot 4-jarigen; interventie bij niet verschijnen.
Activiteiten in het kader van de vroegsignalering spraakachterstand.
Activiteiten gericht op ouders/verzorgers van risicokinderen.
Participeren in netwerken.
Voor deze activiteiten is in totaal een bedrag geraamd van 451.456,- 994.879,-)
de TRV.
-2-